Netwerk Dutch Greenhouse Delta breidt uit

Dutch Greenhouse Delta (DGD) in Naaldwijk wil bijdragen aan de verkrijgbaarheid van vers, veilig, gezond, duurzaam, betaalbaar en lokaal geproduceerd voedsel in het buitenland. De in 2018 opgerichte Nederlandse organisatie richt zich daarbij op China, India, de Golfregio en de Verenigde Staten.

Het consortium telde al bedrijven in kassenbouw, installatietechniek, zaadveredeling, logistiek, banken en verzekeraars. Dit jaar is het portfolio van partners verder uitgebreid met de toetreding van Koppert Biological Systems, neveltechniekleverancier MJtech, tuinbouwautomatiseringsbedrijf Hoogendoorn, Grodan substraatoplossingen Logiqs voor interne logistiek en specialist in ledbelichting Signify.

Marketingmanager Patricia Haverkamp-van der Hoeven legt uit dat DGD een stichting is die een zo groot mogelijk netwerk op wil bouwen in binnen- en buitenland. Ze stelt dat de Nederlandse tuinbouw wereldwijd een goede naam heeft wat betreft techniek, efficiëntie en kwaliteit en dat de coronacrisis de behoefte om lokaal gezond en betaalbaar voedsel te produceren een boost heeft gegeven.

'We vinden het belangrijk om onze portfolio steeds verder te verbreden, omdat alleen samenwerking het mogelijk maakt om tuinbouwprojecten in het buitenland uit te voeren', legt Haverkamp-van der Hoeven uit.

Sterk netwerk

Exportmanager Yassin Lahiani van Koppert Biological Systems zegt dat zijn bedrijf al meer dan tien jaar actief is in de Golfregio, maar partner is geworden van DGD vanwege het sterke netwerk dat de stichting heeft en de samenwerking met topbedrijven uit de Nederlandse tuinbouw. Koppert biedt natuurlijke oplossingen voor gewasbescherming met insecten, bestuiving met hommels en een gezond bodemleven.

'Als nieuwe telers in het buitenland toekomstplannen maken, past ons aanbod binnen een totaaloplossing. Dankzij lokale contacten kunnen wij hun vragen beantwoorden en hen op nieuwe ideeën brengen.'

Algemeen directeur Eric Egberts van DGD voegt daaraan toe dat het netwerk het mogelijk maakt om gemakkelijk contacten te leggen met overheden, ambassades en consulaten. Ook kan het deuren openen die voor individuele bedrijven gesloten zouden blijven.

Dat beaamt Sylvia Xu, directeur business development bij Signify. Ze geeft aan dat de coronacrisis heeft geleid tot meer uitdagingen wat betreft beschikbaarheid en veiligheid van voedsel, waarvoor samenwerking tussen hogere overheden en een platform van bedrijven onontbeerlijk is.

Inspiratie geven

'Als toonaangevend producent van lichtoplossingen willen we gelijkgestemden inspiratie geven voor een groene en klimaatneutrale toekomst. Duurzaamheid en kringloopprocessen staan daarbij op de voorgrond', aldus Xu.

Haverkamp zet uiteen dat DGD werkt volgens het triple-helixmodel, waarin overheden, onderwijs en onderzoek en bedrijven samenwerken. Onderdeel daarvan is ook de deelname van DGD aan twee driejarige Partners for International Business (PIB)-programma's, publiek-private samenwerkingen voor projecten van Nederlandse bedrijven in het buitenland. In dit geval in China en de Golfregio. Daaraan doen ook bedrijven mee die geen partner van DGD zijn.

Verder werkt de netwerkorganisatie samen met regionale ontwikkelingsmaatschappijen, zoals Innovation Quarter in Den Haag en Rotterdam Partners. Een aanvraag voor een derde PIB-programma is ingediend.

Voor de toekomst denkt DGD na over de mogelijkheden om kleinere bedrijven als partners aan zich te kunnen binden. Als voordelen daarvan ziet Egberts dat kleinere bedrijven hun expertise op een wereldwijd podium in kunnen zetten en intensiever kunnen samenwerken met andere partnerbedrijven. Zeker omdat investeerders steeds vaker kiezen voor turn-keyprojecten, inclusief bijvoorbeeld opgeleid personeel en een in- en verkoopapparaat.

Om dit mogelijk te maken, zouden kleine bedrijven een lagere bijdrage kunnen gaan betalen dan het huidige eenheidstarief van 25.000 euro per jaar. Een andere optie is een deellidmaatschap voor een of twee van de focusgebieden.

Niet-technische aspecten uitlichten

Egberts zou ook graag meer nadruk zien op niet-technische aspecten in de buitenlandse projecten. Hij denkt daarbij aan nieuwe businessmodellen en andere leiderschapsstijlen, maar vooral ook aan cocreatie. Volgens hem is dat nog wel 'een dingetje'. Bedrijven zijn het in zijn ogen nog te veel gewend om hun research en development achter gesloten deuren te laten plaatsvinden.

Ook cultuurverschillen spelen in internationale projecten een rol. Als voorbeeld noemt Egberts zijn aanbod om in de Golfregio een rondje te geven. 'Dat vonden mijn zakenpartners onbeleefd, omdat ik hun gast was. Natuurlijk voelt zoiets ongemakkelijk, maar daar moeten we dan maar aan wennen.'