Onderzoeksgroep: vogelgriep alleen door wilde vogels overgedragen
De vogelgriepinfecties van afgelopen seizoen zijn opgetreden via primaire introducties vanuit wilde vogels. Dat is de conclusie van de onderzoeksgroep die de besmettingen met de hoogpathogene vogelgriep heeft onderzocht.
In opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid zijn de insleeproutes van hoogpathogene vogelgriep in seizoen 2020-2021 onderzocht door de Universiteit Utrecht samen met de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), Sovon, Wageningen Bioveterinary Research en Royal GD. Voor tien bedrijven zijn uitkomsten van bron- en contactonderzoek, insleepmomentschattingen en virusovereenkomsten bekeken en zijn de bioveiligheid en aantallen en soorten wilde vogels ter plekke beoordeeld.
Belangrijke conclusie is dat er geen versleping heeft plaatsgevonden tussen bedrijven, zoals bij eerdere uitbraken van vogelgriep wel het geval was. Bij de eerste twee met vogelgriep besmette bedrijven werd wel eenzelfde type virus gevonden, maar kon niet worden vastgesteld of dat door versleping kwam of vanuit dezelfde bron.
Ook buiten waterrijke gebieden
De uitbraken zijn dit seizoen niet alleen gevonden in waterrijke gebieden, maar ook daarbuiten en niet alleen in de herfst en winter, maar ook in de lente en de zomer. Daarmee wijkt dit af van eerdere uitbraken van vogelgriep. Ook zijn er voor het eerst sinds 2014 uitbraken geweest op vleeskuiken- en vleeskalkoenbedrijven.
De bioveiligheid kreeg op de getroffen bedrijven veel aandacht, al zijn er altijd bedrijfsspecifiek sterkere en mindere punten. De gemeenschappelijke risicofactor bij alle uitbraken is dat de directe omgeving aantrekkelijk is voor wilde vogels: ganzen, eenden, zwanen, maar ook meeuwen, kraaien, spreeuwen, weidevogels, enzovoort. Op het erf, tegen de stalwanden, op gaas van de wintergarten en op daken werd ontlasting van wilde vogels gezien.
De onderzoekers adviseren de pluimveehouders het volgende:
- Loop alle hygiënemaatregelen op uw bedrijf grondig na, en verbeter waar nodig;
- Maak het erf, de strooiselopslag en de omgeving van de stal zo onaantrekkelijk mogelijk voor watervogels, maar ook voor andere vogels, zoals meeuwen, kraaiachtigen en spreeuwen, en plaagdieren omdat deze als bruggastheren kunnen dienen;
- Beperk het aantal bezoekers en voertuigen op het erf en in de stal zoveel mogelijk en zorg voor een goede scheiding van de schone weg/vuile weg, bijvoorbeeld door uw bedrijf in rode, oranje en groene zones in te delen;
- Gebruik de hygiënesluis consequent en zorg ook hier voor een duidelijke scheiding tussen de schone en vuile weg, zodat geen besmet materiaal van het erf de stal in kan komen;
- Controleer rondom de luchtinlaten (nok en zijkant), de daken en het erf regelmatig op de aanwezigheid van ontlasting van wilde vogels. Verwijder de ontlasting, reinig en desinfecteer de plek, maar voorkom hierbij dat er stof- en aerosolvorming optreedt;
- Controleer op lekkages en kieren en spleten. Voorkom dat vogelontlasting via bijvoorbeeld regenwater vanaf het dak of de regengoot via ventilatieopeningen naar binnen kan komen. Voer regenwater van het dak via regengoten ondergronds af, zodat het erf schoon blijft;
- Voorkom het opwervelen van ontlastingsdeeltjes vanaf de grond, bijvoorbeeld vanaf voertuigwielen, bij maaien, ploegen en baggeren, en probeer werkzaamheden op het land bij de sloten en baggeren et cetera in de herfst- en winterperiode uit te stellen.
- Wanneer toch een infectie optreedt, is een snelle opsporing belangrijk. Dit kan verspreiding naar andere pluimveebedrijven tegengaan en beperkt gezondheidsrisico's voor vogels en mensen;
- Wees alert op niet-typische verschijnselen van vogelgriep en meld bij NVWA elke verdenking en laat de dierenarts bij twijfel altijd Early Warning-swabs nemen;
- Vooral voor andere pluimveesoorten dan kippen zijn de eerste verschijnselen niet zo duidelijk. De sterfteratio zoals die voor leghennen, vermeerderingsdieren en vleeskuikens in de aangescherpte meldingsplicht geldt (drie keer de gemiddelde sterfte van de week ervoor), kan kleinere afwijkingen in sterfte eerder oppikken. Het is aan te raden deze sterfteratio nauwlettend in de gaten te houden, ook bij vleeskalkoenen en vleeseenden.
Bekijk meer over:
Lees ook
Marktprijzen
Meer marktprijzen
Laatste nieuws
Nieuwste video's
Kennispartners
Meest gelezen
Nieuw op MechanisatieMarkt.nl
-
Kuhn GF10803T Cirkelschudder
Gebruikt, P.O.A.
-
Massey Ferguson 7618 Dyna-6
2012, P.O.A.
-
John Deere Tractor, compact 3046R (WD) #47459
Gebruikt, P.O.A.
-
Kuhn GA 8030
Gebruikt, P.O.A.
Vacatures
Projectmedewerker BoerenNetwerk - Zet je in voor natuurinclusieve landbouw!
Wij.land - Abcoude (De Ronde Venen)
Onderzoeksassistent maisteelt
Wageningen University & Research - Lelystad
Docent veehouderij
Landstede MBO - Raalte
Meewerkend bedrijfsleider (m/v) op een modern en ondernemend melkschapenbedrijf
ATT Agro - Den Burg, Texel
Bestuurslid met voorzitterskwaliteiten
Coöperatie Natuurrijk Limburg - NL
Weer
-
Zaterdag4° / 0°90 %
-
Zondag15° / 6°85 %
-
Maandag13° / 9°90 %