LTO/NOP: verdienmodel vleeskuikenhouder moet overeind blijven

Verhoijsen noemt verschillende elementen die een rol spelen bij dat verdienmodel. Allereerst de investering die het aanpassen van de stallen vraagt. Naast een lagere stalbezetting is het hebben van uitloop een van de voorwaarden. De investeringskosten van de uitloop raamt Verhoijsen op zo'n 5 euro per kuikenplaats. 'Voor een regulier bedrijf met 100.000 kuikens is daarmee al snel vier ton gemoeid', rekent hij voor.

'Als dat de vraag is vanuit de Nederlandse consument en de retail, willen en kunnen wij dat invullen', zegt Verhoijsen. In hoeverre de druk van ngo’s zoals Wakker Dier, maatschappelijk organisaties en de Nederlandse politiek de retail versneld heeft doen besluiten over te gaan naar 1 ster Beter Leven, is volgens hem niet duidelijk aan te geven. Wel constateert hij dat er steeds meer druk komt op het krimpen van de veestapel in Nederland. En een afname in het aantal vleeskuikens zal een gevolg zijn van de overstap naar 1 ster Beter Leven.

Vleeskuikenhouders die nu nog niet voldoen aan de voorwaarden die horen bij 1 Ster Beter Leven willen wel overschakelen. Maar met het krijgen van de daarvoor benodigde vergunningen is al gauw een aantal jaren gemoeid. De overheid zou de sector daarin veel meer moeten ondersteunen, geeft Verhoijsen aan. 'Anders is het onmogelijk om alle Nederlandse supermarkten te voorzien van pluimveevlees met 1 Ster Beter Leven.' Rabobank berekende eerder dat daarvoor 800.000 vierkante meter staloppervlak extra nodig is.

Klimaat en dierenwelzijn

De wispelturigheid van de overheid noemt Verhoijsen ook als element dat bijdraagt aan de onzekerheid onder pluimveehouders. 'Pas je je stal aan, dan kun je niet meer terug. Maar wie garandeert dat de keuze voor Beter Leven die nu wordt gemaakt een goede is?' Voor het dierenwelzijn noteert Verhoijsen een plusje. 'Maar wat als de overheid over enkele jaren de klimaatdiscussie belangrijker gaat vinden dan het welzijnsissue bij vleeskuikens?'

Een Beter Leven-kuiken leeft langer, heeft meer voer en water nodig om te groeien, stoot meer CO2 uit en produceert meer mest. Voor supermarktketen Boni waren dat argumenten om tot het laatst toe vast te houden aan een eigen trager groeiend kuiken. Deze week deed Boni als laatste supermarkt de toezegging ook over te zullen stappen op pluimveevlees met 1 Ster Beter Leven.

Stalbezetting daalt

Bij pluimveehouders die meedoen aan het Beter Leven-keurmerk met 1 ster daalt de stalbezetting van 22 naar 10 kuikens per vierkante meter. De kostprijsverhoging door de overstap moet terugkomen via de consumentenprijs. En of dat structureel zal gebeuren, moet de tijd uitwijzen. Gerust is Verhoijsen daar niet op.

'Een van de zeven kernwaarden van bijvoorbeeld Jumbo is de laagste prijs. Die gaan ze niet loslaten', zegt Verhoijsen. En dan kun je je afvragen in hoeverre supermarktenketens het Beter Leven-pluimveevlees uit Nederland blijven betrekken, geeft Verhoijsen aan. In bijvoorbeeld Polen en Roemenië wordt ook sterrenvlees geproduceerd, maar liggen de kosten fors lager. 'De Europese Unie stuurt aan op local for local, maar daarvan is dan geen sprake meer', besluit Verhoijsen. Jaarlijks worden in Nederland ongeveer zeshonderdmiljoen vleeskuikens geslacht.