Jeroen van Maanen stapt op uit bestuur Nederlandse Melkveehouders Vakbond

Van Maanen trad in juli 2020 toe tot het bestuur van de NMV, nadat hij enkele maanden eerder het bestuur van Farmers Defence Force verliet. Binnen de melkveehoudersvakbond wilde hij het boerengeluid voorop zetten. Hij vindt het belangrijk dat voldoende melkveehouders zijn aangesloten bij een belangenbehartiger, zeker nu er grote bedreigingen op de sector afkomen, zoals de stikstofcrisis. Maar hij vindt ook dat het bestuur meer bezig is met interne beslommeringen dan met belangenbehartiging.

'Dat ik van de week ben opgestapt is een optelsom van de afgelopen negen maanden', laat Van Maanen weten. Ook verwijt hij een aantal mede-bestuursleden dat hem informatie is onthouden. Daarop kreeg hij het gevoel dat hij passief opereerde en niet actief meebestuurde. Hij denkt dat de NMV met heldere keuzes weer staat als een blok. 'Het begint met opschonen.'

Opschoning doorvoeren

Nu voorzitter Harm Wiegersma per 1 september ook stopt, had Van Maanen toch ook de hamer kunnen overnemen om de opschoningsoperatie zelf te leiden? 'Stel dat ik voorzitter zou worden, dan moet ik wel de kans krijgen om die opschoning door te voeren', reageert hij. 'Ik zit nu een goed jaar in het bestuur en word nog gezien als een bedreiging. Daarbij merk ik dat anderen aan mijn stoelpoten zagen, dat is niet prettig besturen. '

Van Maanen roept alle NMV-leden op om de algemene ledenvergadering van 1 september te bezoeken en hun geluid te laten horen. 'Goede belangenbehartiging komt van onderaf. De NMV is meer nodig dan ooit.' Hij blijft dan ook vooralsnog lid.

Stel dat de opschoning een feit is, zou hij dan een nieuwe rol binnen het bestuur willen vervullen? 'Ik ben niet voor de sier opgestapt en wil even rust aan mijn kop. Ik ben nu echt weg', verzekert Van Maanen. 'Maar misschien word ik wel gillend gek als ik een week thuis zit. Ik wil me blijven inzetten voor de boerenbelangenbehartiging. Mocht de bezem op een voor mij positieve manier door het bestuur zijn gegaan, dan is het nieuwe bestuur straks in elk geval welkom voor een kop koffie.'