Bio-economie Drentsche Aa krijgt vorm

Vier jaar na de start van het project 'Bio-economie Drentsche Aa' krijgt de invulling van een meer natuurinclusieve en toch rendabele landbouw in het kwetsbare beekdalenstelsel langzaam vorm. Boeren en andere partijen weten elkaar steeds beter te vinden. Bijvoorbeeld in het label Dubbel Drents.

Bio%2Deconomie+Drentsche+Aa+krijgt+vorm
© Nationaal Park Drentsche Aa

Nationaal Park Drentsche Aa is niet alleen natuurgebied, maar voor een belangrijk deel ook een landbouwgebied. Juist in de wisselwerking tussen die twee functies ligt de kracht, zeggen de kenners. Vier jaar geleden werd het aangemerkt als een broedplaats voor toekomstgericht natuurinclusief boeren.

Via het project 'Bio-economie Drentsche Aa' wordt gewerkt aan samenwerking tussen Drentsche Aa-boeren onderling en de andere (keten)partijen in de omgeving. Het moet herkenbare streekgebonden en duurzaam geproduceerde producten met een meerwaarde opleveren en zo de landbouw toekomst geven.


Streekbroden

Dat lijkt in sommige gevallen al aardig gelukt, blijkt op een virtuele bijeenkomst aan het einde van de eerste vier jaar van het project. Er zijn streekbroden geproduceerd, er zijn experimenten gaande met alternatieve gewassen en agrarische producenten uit de diverse sectoren weten elkaar en de andere schakels in de productieketen steeds beter te vinden.

Wij laten zien dat je niet alleen hoeft te telen voor de voerbak

Sikke Meerman, projectleider 'Bio-economie Drentsche Aa'

'Je kunt met weinig machines en wat mensen uit de regio toch een mooi verhaal neerzetten', stelt bakker Patrick Harms optimistisch vast. Hij stond zelf met een aantal akkerbouwers in het gebied aan de wieg van het Dubbel Drents streekbrood.


Boeren, bakkers en een molenaar vonden elkaar in Dubbel Drents streekbrood.
Boeren, bakkers en een molenaar vonden elkaar in Dubbel Drents streekbrood. © Nationaal Park Drentsche Aa


Zaak van lange adem

Dat streekproduct van plaatselijke boeren, bakkers en een molenaar ligt sinds een jaar of vier in de winkels en is milieuvriendelijk geproduceerd. Harms nuanceert zijn eerdere opmerking wel dat het echt niet van de ene op de andere dag voor elkaar was. 'Zelf een nieuwe keten opzetten is een zaak van lange adem. Negen jaar geleden besloten we iets te gaan doen met baktarwe en spelt. Het loopt nu gelukkig best goed', zegt de bakker uit Tynaarlo.


Uit bijna alle inleidingen van de sprekers blijkt dat samenwerken cruciaal is. 'Voor een plus op je product moet je wel samenwerken. Niet alleen bijvoorbeeld als vleesveehouders onderling, maar ook met producenten van andere producten', zegt vleesveehouder en mede-initiatiefnemer van het project Jan Reinder Smeenge uit Zeegse. 'Je moet op je product kunnen bouwen.'


Meer mogelijkheden

Smeenge zou wat dat betreft graag wat meer mogelijkheden zien om die samenwerking tussen veehouders en akkerbouwers verder uit te bouwen. 'De regels die dat in de weg zitten moeten ruimer.'

Daarnaast ziet hij in het project kansen voor het Drentsche Aa-landschap zelf. 'Er is behoefte aan een biodivers gebied onder particulieren, boeren en terreinbeheerders. We moeten de boer en ook de consument dan nog wel bewuster maken en voorkomen dat onze producten in de grote massa verdwijnen.'


Extensieve landbouw

De producten die worden geïntroduceerd via het project 'Bio-economie Drentsche Aa' gaan uit van extensieve landbouw. De teelt van rogge werd opgepakt, naast spelt, brouwgerst, naakte haver, teff en veldbonen. Maar ook met bloemenmengsels en tagetes kan worden geëxperimenteerd.

'Dat de akkers in Drenthe voor 75 procent vol staan met intensieve gewassen als aardappelen en suikerbieten komt door de marktprijzen. Wij laten zien dat je niet alleen hoeft te telen voor de voerbak', zegt projectleider Sikke Meerman.


Supermarkt boosdoener

Bakker Ko Pots uit Rolde merkt net als zijn collega Harms op dat het streekproduct bepaald niet de makkelijkste weg is. 'De supermarkt is voor ons de boosdoener. Wij maken en verkopen alles grotendeels apart en zolang we dat blijven doen, blijft de supermarkt een gevaar voor ons.'

Lokaal verbouwen lukt vaak wel, maar het moet ook kwaliteit zijn, benadrukt Pots. Ook voor molenaar Jan Pot uit Kropswolde blijkt een kwalitatief goed product maken een zoektocht te zijn geweest.


Ander graan

'Het vergt heel ander graan dan Agrifirm kan leveren. Vaak moet je het dan eerst zelf importeren. Maar is dat graan voldoende ziekteresistent, komt er genoeg bloem uit en bovenal: kun je er mee bakken? Het vergt liefde voor het ambacht en roeien tegen de stroom in.'

Volgens veehouder Smeenge is het project op de goede weg. 'Achttien bakkers in Drenthe verkopen ons brood. Maar er kan nog veel en veel meer. We zijn bezig met vlees, asperges, bier, kaas, honing en koolzaadolie', vertelt hij.


Kaas, oliën en eiwitten

'Voor een aantal melkveehouders kan het interessant zijn om melk tot kaas te laten verwerken en deze onder het label Dubbel Drents op de markt te brengen. Akkerbouwers kunnen inhaken op de groeiende vraag naar plantaardige oliën en eiwitten. Vleesveehouders hebben baat bij meer uniformiteit en continuïteit van levering.'

Samen kunnen die weer het verschil maken, redeneert Smeenge. 'Met verschillende producten verbreed je het aanbod en creëer je onderlinge kruisbestuiving. Ik ben zelf niet zo bang voor de supermarkt. Ik denk dat de bewuste consument het juist leuk vindt om na een wandeling of fietstocht in ons mooie gebied producten uit die omgeving op te halen en die te combineren.'


Groeiende trend

Niet alleen de consument wordt steeds bewuster, ook veel boeren spelen in op de groeiende trend van plaatselijk kopen. Smeenge ziet om zich heen dat melkveehouders die niet zoveel ophadden met streekproducten, nu toch bijvoorbeeld met een melktap beginnen.

Projectleider Meerman beaamt het. 'Dat is dan ook de reden dat we nu geen punt zetten achter het project, maar een komma. De transitie in de landbouw is nog lang niet klaar.'


Demoveld als onderdeel van proeftuin natuurinclusief

In het project 'Bio-economie Drentsche Aa' worden boeren gestimuleerd met andere gewassen dan de reguliere duurzame rendabele teelten op te zetten. Om hen te inspireren is een demoveld aangelegd bij de toegangspoort Wedbroeken van Nationaal Park Drentsche Aa even buiten Tynaarlo. Het demoveld is in 2018 voorbereid en uitgezet door HLB in Wijster. De gewasstroken bestaan uit zomertarwe, haver, brouwgerst, quinoa (gierstmelde), teff, veldbonen, voederbieten en tagetes. Ieder jaar rouleren de gewassen. Alle gewasstroken zijn doorsneden met een strook Engels raaigras, bedoeld als looppaden. Mede-initiatiefnemer Jan Reinder Smeenge verzorgt de rondleidingen. 'Ik krijg veel vragen over bijvoorbeeld de veldbonen. Dat is een ideaal gewas om te telen in het noorden van Nederland. Plus dat het een mooi bindmiddel kan zijn tussen akkerbouw en veehouderij.'

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    6° / 0°
    85 %
  • Zaterdag
    4° / 0°
    90 %
  • Zondag
    15° / 6°
    85 %
Meer weer