Gedeputeerde Lemkes wil gezamenlijke stikstofaanpak met België

Met het vertrek van Brabantse boeren worden de stikstofproblemen niet opgelost, maar verplaatst.

'Wij hebben er alle belang bij dat de stikstofuitstoot, die we hiermee weghalen, niet per kerende post terugkomt in onze Brabantse natuurgebieden. Dat kan gebeuren omdat een bedrijf zich net over de grens vestigt waar de regels soepeler zijn. Dat is niet in het belang van België en niet in dat van ons.'

Je kunt beter het dak repareren dan met emmers en pannetjes blijven rennen

Elies Lemkes-Straver, gedeputeerde provincie Noord-Brabant

Wat kunt u eraan doen?

'Er zijn twee opties: juridische stappen ondernemen tegen afzonderlijke initiatieven of je inzetten voor betere afstemming aan de voorkant. We doen dat allebei tegelijk.

'Een complicerende factor daarbij is dat we geen formele bevoegdheid hebben over de grens. Tussen de Vlaamse en de Nederlandse grensprovincies bestaan wel afspraken over het elkaar informeren over vergunningaanvragen die mogelijk grensoverschrijdende milieueffecten hebben.'

Sorteert dat voldoende effect?

'Het belangrijkste is dat we zo snel mogelijk tot een op elkaar afgestemde, maar liever nog gezamenlijke stikstofaanpak komen. Je kunt beter het dak repareren dan met emmers en pannetjes blijven rennen. Het doorontwikkelen en uitvoeren van een doelmatig en samenhangend stikstofbeleid in beide landen, met aandacht voor maatwerk in grensregio's, staat hierbij centraal.'

Hoe ziet u de toekomst van de agrarische sector in Noord-Brabant?

'De toekomst voor alle sectoren is verduurzaming. Daar blijven we op inzetten, maar wel op een manier die haalbaar is voor boeren. Daarom hebben we hen meer tijd en mogelijkheden gegeven om aan de emissie-eisen te voldoen. Uiteindelijk streven we naar een landbouw en voedselketen die economisch, ecologisch en maatschappelijk in balans is.'

Wat doet de provincie om boeren hierbij te helpen?

'Wij vinden dat bedrijven zelf verschillende richtingen moeten kunnen kiezen voor de toekomst. Het kan zijn dat ze gebruikmaken van een regeling om te stoppen of om een ander verdienmodel te kiezen. Daar ondersteunen wij bedrijven bij. Door dit samen met onder andere gemeenten te doen, zorgen we er bijvoorbeeld voor dat leegkomende agrarische bedrijven een passende bestemming kunnen krijgen.'