Nieuw resistentiegen tegen phytophthora lijkt veelbelovend

Het nieuwe resistentiegen Rpi-amr1 blijkt aardappelen resistent te maken tegen negentien geteste varianten van phytophthora. Deze vondst wordt gezien als belangrijke vooruitgang in de strijd tegen de gevreesde aardappelschimmel.

Resistentiegenen zorgen er in het algemeen voor dat aardappelplanten het avirulentie-eiwit van phytophthora herkennen. Deze herkenning leidt tot een snelle afweerreactie en hierdoor stopt de infectie. De afgelopen decennia is al een behoorlijk aantal resistentiegenen geïsoleerd uit wilde aardappelsoorten. Omdat phytophthora relatief snel muteert, kunnen resistentiegenen ook snel worden doorbroken. In de praktijk gebeurt dit regelmatig.

Breedwerkende resistentie

Onderzoekers uit Engeland zijn er in samenwerking met Wageningen University & Research (WUR) en collega-onderzoekers in Duitsland in geslaagd om nieuwe breedwerkende resistentiegenen te isoleren uit Solanum americanum. Deze plant staat erom bekend dat hij niet wordt aangetast door de phytophthoraschimmel.

De geïsoleerde resistentiegenen (Rpi-amr1) herkennen de geconserveerde avirulentiegenen (Avramr1) van Phytophthora infestans. Deze genen veranderen niet snel van samenstelling en komen ook voor in phytophthorasoorten die in andere gewassen een bedreiging zijn voor andere gewassen. Dit duidt op een duurzame resistentie met bovendien een breed werkingsspectrum.

Inkruisen in Maris Piper

Het resistentiegen Rpi-amr1 wordt inmiddels gecombineerd met twee andere resistentiegenen in de commerciële aardappel Maris Piper. De aardappellijnen die zijn ontstaan na het inkruisen van deze genen blijken immuun tegen een grote verscheidenheid van phytophthora-isolaten.