LTO in geweer tegen zonneparken Gelderland en Overijssel

In de brandbrief aan Gelderland constateert de belangenbehartiger dat de ingediende conceptversies van de Regionale Energie Strategieën (RES'en) een scheve verhouding kennen tussen opwekking uit wind en uit zon. Die zou volgens het Planbureau voor de Leefomgeving 4 op 1 moeten zijn, maar in de RES'en van sommige Gelderse regio's, met name Noord-Veluwe en de Cleantech Regio, is dit 1 op 2 of erger.

'Wij vragen u om voor de eerstvolgende perioden alles in het werk te stellen om deze verhouding op orde te brengen, door gemeenten niet toe te staan in een andere verhouding dan 4 op 1 te vergunnen', schrijft LTO Noord-regiobestuurder Harold Zoet in de brandbrief.

Toekomst van jonge boeren

Volgens Zoet is de beschikbare agrarische ruimte in de provincie beperkt en hard nodig voor extensivering en de toekomst van jonge boeren. 'Juist jonge boeren worden als eerste geraakt door de sterke stijging van de grondprijs, onder meer veroorzaakt doordat zonnevelden juist die grond wegroven die op de markt is of op korte termijn op de markt komt.'

LTO stelt dat de bouwregelgeving en het stimuleringsbeleid moeten worden aangepast aan de voorkeursvolgorde voor energieopwekking. Ook moet het netwerk op orde worden gebracht om de grote potentie van (agrarische) bedrijfsdaken te verzilveren. 'Nu al zijn er veel boeren met grote daken die mee willen werken, maar nul op het rekest krijgen voor een netwerkaansluiting.'

Ruilgrond

Wanneer er dan toch landbouwgrond moet worden opgeofferd, moet er voor boeren ruilgrond beschikbaar komen. 'Omdat we hier vooral een maatschappelijk probleem oplossen', stelt Zoet. 'De agrosector gebruikt 8 procent van de landelijke behoefte, maar het landelijk gebied levert 80 procent van de duurzame energie. Bovendien moet energieopwekking, in overleg met de landbouwondernemers in een gebied, worden geclusterd op locaties die voor hen het minst pijn doen.'

In de zienswijze die Overijssel ontving op de actualisatie van de provinciale omgevingsvisie en -verordening, gaat LTO ook in op het aspect zonneparken, in vergelijkbare bewoordingen. 'De bebouwde ruimte en niet-agrarische gronden lijken niet toereikend voor het realiseren van deze ambities. Zonnevelden op landbouwgrond komen dan in beeld.'

'Agrarische grond moet gevrijwaard blijven'

LTO vindt dat agrarische grond in principe gevrijwaard moet blijven van zonneparken. 'De agrarische sector heeft zelf de grond keihard nodig om met perspectief te kunnen ondernemer en om te kunnen voldoen aan de maatschappelijke opgaven.'

In dat kader is LTO blij dat Overijssel het gebruik van de zonneladder verplicht wil stellen. 'We zien een ontwikkelmethode waarbij de locatie van zonnevelden aan de vrije markt wordt overgelaten en de financieel meest renderende methode prevaleert.'

Het effect is dat dit haaks staat op de voorkeursvolgorde van de zonneladder, aldus Zoet. 'Zorgvuldig omgaan met beschikbare landbouwgrond vereist dat, voordat landbouwgrond ter sprake komt, eerst aantoonbaar de maximale capaciteit van no-regret-locaties moet zijn ingezet.'