Nederlander ziet vleestaks niet zitten

Dat blijkt uit een representatief onderzoek van onderzoeksbureau DirectResearch onder ruim 1.500 Nederlanders, uitgevoerd in opdracht van LTO Nederland. Zo'n 62 procent van de mensen die vindt dat er minder vlees moet worden gegeten, ziet voorlichting door het Voedingscentrum als beste middel daarvoor.

Bijna de helft van de 'zelfverklaarde vleesminderaars' denkt dat een hogere prijs via een keurmerk, zoals biologisch of het Beter Leven-keurmerk, de beste route is. Slechts 36 procent van de mensen die vindt dat er minder vlees moet worden geconsumeerd, ziet iets in het invoeren van een vleestaks.

Politieke voorkeur

De politieke voorkeur blijkt van invloed te zijn op het antwoord op de vraag of de vleesconsumptie wel of niet moet worden verminderd. Van de D66-stemmers vindt 85 procent, bij ChristenUnie 80 procent en bij GroenLinks 84 procent verminderen van de vleesconsumptie het belangrijkst.

PVV-, Forum voor Democratie- en CDA-stemmers vinden het verminderen van de vleesconsumptie minder belangrijk. Van hen is respectievelijk 34 procent, 35 procent en 43 procent voorstander van het eten van minder vlees, blijkt uit het DirectResearch-onderzoek.

Keuze voor het schap

Het is de vraag of de consument dezelfde keuze maakt als hij of zij voor het schap staat. Uit onderzoek van Wageningen University & Research blijkt dat de vleesconsumptie de afgelopen tien jaar nagenoeg gelijk is gebleven, met het afgelopen jaar zelfs een lichte stijging.

Wereldwijd zal de vleesconsumptie blijven toenemen, vooral van pluimveevlees, blijkt uit onderzoek van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso) en de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO).

Eerlijke prijs

Volgens LTO willen alle boeren een eerlijke prijs voor vlees en andere producten. Dat is essentieel voor de verdere verduurzaming van de veehouderij en een eerlijk inkomen voor boerengezinnen. Een heffing is naar de mening van LTO niet de gewenste manier om verduurzaming vorm te geven.

Kwaliteit en duurzaamheid komen in de Europese markteconomie voort uit de inzet van de hele keten, van primaire producent tot verwerker en retailer. Dat is in de ogen van LTO geen makkelijk proces, niet in de laatste plaats omdat de consument nog te vaak voor het goedkoopste stukje vlees kiest.

Duurzaamheidsinitiatieven

LTO maakt zich al jaren sterk voor duurzaamheidsinitiatieven, waarbij de boer of teler een meerprijs krijgt ter compensatie van de extra inspanningen voor klimaat, natuur, omgeving en/of dierenwelzijn.

Dat doet LTO onder meer door te lobbyen voor betere mededingingsregels rondom duurzaamheid en een sterke positie van de boer in de keten, maar ook door onderdeel te zijn van maatschappelijke bewegingen als het Deltaplan Biodiversiteitsherstel.