Voldoende vers gras voor een volle pens
Een stevige, dichte grasmat, voldoende opbrengst en koeien die jaarrond de juiste voedingsstoffen binnenkrijgen. Het zijn de belangrijkste wensen van rundveehouders die voor weidegang kiezen, weet Roy Kuenen, ruwvoerspecialist bij DSV zaden.
Het najaar is de drukste tijd voor Roy Kuenen. ‘Het is de beste tijd om gras te zaaien. Dan is de onkruiddruk laag, bodemtemperatuur hoog en er is/komt voldoende vocht beschikbaar. In het voorjaar adviseren we om extra graszaden te gebruiken om dezelfde groei te realiseren.’
Kuenen, zelf opgegroeid op een loonwerkbedrijf, weet waarover hij praat. Hij zit regelmatig aan de keukentafel bij rundveehouders of neemt poolshoogte in het grasland. Welk grasmengsel kun je als melkveehouder het beste zaaien? Wat zijn de juiste maaimomenten? En -niet onbelangrijk- wat wil de koe?
‘Altijd voldoende en smakelijk gras’, reageert Kuenen. ‘Want een koe moet voldoende kunnen en willen vreten om gezond te blijven en veel melk te leveren. We hebben het dus over dat mooie groene verse gras, wat nog niet doorgeschoten is’, legt hij uit. ‘En een gewas wat vrij is van bladziektes zoals kroonroest.’
Ons advies is om grasland door te zaaien als meer dan 15 procent van het gras bestaat uit ondiep wortelende onkruidgrassen
Kroonroest komt met name voor bij Engels raaigras, vanaf de zomer. Deze schimmel is te herkennen aan de oranje sporenhoopjes op het blad. Als gevolg van kroonroest groeit het gras minder goed en daalt de voederwaarde. ‘En dus stoppen we rassen Engels raaigras met een hoge kroonroestresistentie in onze mengsels.’
Kuenen spreekt over COUNTRY MilkMore 16, een grasmengsel dat past bij intensieve weidesystemen zoals standweiden. Naast Engels raaigras (80 procent) zit er timothee (20 procent) in COUNTRY MilkMore 16. ‘Deze fijnzadige grassoort is ongevoelig voor kroonroest, heel smakelijk voor de koeien en het zorgt voor meer structuur in de maaisnede. Daarnaast groeit het goed in koude, natte omstandigheden.’
Weinig onkruid
Het Engels raaigras is diploïde, om precies te zijn. ‘Het groeit meer horizontaal dan verticaal’, zo legt de ruwvoerspecialist uit. ‘Daardoor ontstaat een dichte zode waar onkruid weinig kans heeft en wat koeien minder makkelijk kapot trappen. Daarnaast is de hoeveelheid zand in de kuil beperkt.
Door de horizontale groeiwijze krijgt een koe minder gras per hap binnen, erkent hij. ‘Als ze veel buiten zijn, is dat ook goed te doen. Uiteraard is de opbrengst met maaien ook wat lager dan bij mengsels met tetraploïd Engels raaigras, maar dat is bij intensieve beweiding en twee tot drie maaisnedes per jaar ook minder belangrijk voor melkveehouders’, weet Kuenen. ‘Met een late en synchrone doorschietdatum kunnen de koeien langer smakelijk gras grazen en kan de rundveehouder het maaimoment beter managen.’
Tetra's
Het is voor rundveehouders een hele uitdaging om het juiste grasmengsel te kiezen. Wie zowel een hoge opbrengst met maaien wil én weidegang heeft, kan volgens de ruwvoerspecialist beter uit de voeten met een deel tetraploïd Engels raaigras - oftewel tetra’s- in het mengsel. ‘Dat groeit meer recht omhoog en is daarvoor makkelijker te vreten voor de koe en geeft meer opbrengst bij het maaien. Tetra’s zijn daarnaast smakelijk en suikerrijk.’
In het mengsel COUNTRY MilkMore 15 zit tetraploïd én diploïd Engels raaigras (elk 40 procent), gecombineerd met timothee (20 procent). ‘Dat maakt het heel geschikt voor omweiden, waarbij veehouders kiezen voor een korte beweidingsduur. Het groeit bovendien heel snel’, weet de adviseur van DSV zaden.
Uiteindelijk draait het voor melkveehouders om de vraag hoe de koe zoveel mogelijk drogestof opneemt. In het begin van het jaar gaat het vrij makkelijk door het hoge drogestofgehalte (ongeveer 25 procent) in het jonge gras, gecombineerd met een hoog suikergehalte, vanwege de koude nachten.
Daarna is het de uitdaging dat zich in het gras aminozuren ontwikkelen, die als basis dienen voor het dierlijk eiwit. Dat betekent dat de conditie van het grasland optimaal moet zijn om stikstof om te zetten in aminozuren. Kuenen: ‘Naast de bemesting, die vaak vastligt binnen de bemestingsnormen, heeft het gras ook op de juiste momenten vocht nodig om de voedingsstoffen op te nemen om optimaal te kunnen groeien.’
5.000 ton graszaad
DSV zaden is veredelaar, producent en verkoper van landbouwzaaizaden. Het bedrijf produceert in Nederland en België in samenwerking met contracttelers jaarlijks ongeveer 5.000 ton graszaad. DSV zaden Nederland werkt onder de vlag van het internationale zaadbedrijf ‘Deutsche Saatveredelung AG’ met het hoofdkantoor in het Duitse Lippstadt. Naast grassen, mais en granen, gaat het om sorghum, koolzaad en groenbemesters.De term MilkMore in de mengsels COUNTRY MilkMore 15 en 16 duidt op een goede melkopbrengst. ‘Dat klopt’, zegt Kuenen. ‘Met name in het Engels raaigras zitten de juiste -bestendige- plantaardige eiwitten. Het zogenoemde onbestendige eiwit wordt in de pens afgebroken en dat kost relatief veel energie’, weet Kuenen. ‘De bestendige eiwitten worden pas in de darm omgezet in dierlijke eiwitten.’
Het zogenoemde darm verteerbaar eiwit (DVE) leidt weer tot een veel efficiënter omzetting van plantaardig eiwit en dus tot een hogere melkopbrengst. Daarbij heeft vers gras een voorsprong op een maisrantsoen. ‘Die goede vertering zorgt ook weer voor minder methaanuitstoot en minder fosfaat in de mest wat beter voor het milieu is’, zegt de adviseur.
Kruidenrijke varianten
Door de aangescherpte bemestingsnormen en minder stikstof in drijfmest neemt de vraag naar klaver en luzerne snel toe. DSV zaden speelt daarop in met kruidenrijke varianten. Zo winnen de soortenrijke mengsels COUNTRY MultiLife 14 en 16 aan populariteit, waarbij de grassen gecombineerd worden met vlinderbloemigen, zoals rode en witte klaver en luzerne en kruiden (cichorei en smalle weegbree).
Naast een goede opbrengst zorgt het voor biodiversiteit en een betere bodemstructuur, vanwege de variatie aan wortels. ‘Het vraagt wel om vakmanschap’, vindt Kuenen. ‘Vooral vlinderbloemige gewassen moeten op het juiste moment en op de juiste hoogte gemaaid worden. Anders gaat de ene soort woekeren ten koste van de andere.’
Andere rundveehouders kiezen ervoor om hun grasland te scheuren om te voorkomen dat het als blijvend grasland de boeken ingaat. Na een teeltrotatie met mais en in de wintermaanden een groenbemester komt een nieuw grasland weer in beeld.
Een andere optie? Het grasland doorzaaien. ‘We adviseren dat als meer dan 15 procent van het gras bestaat uit ondiep wortelende onkruidgrassen of om de open plekken te dichten.’ Af en toe een rondje over de percelen en een kritische blik, biedt volgens Kuenen uitkomst. ‘Heeft het gras paarse voetjes en blinkt de onderkant van het blad? Dan is het een goed voedergras.’
Dit artikel is gecreëerd door onze kennispartner DSV zaden Nederland
DSV zaden Nederland
DSV zaden Nederland werkt onder de vlag van het internationale zaadbedrijf ‘Deutsche Saatveredelung AG’ met het hoofdkantoor in Duitsland. DSV AG...
Lees verder »