Ministerie kijkt naar voermaatregel vanwege droogte

'We willen de regeling zo actueel mogelijk houden. Belangrijk is dat we de diergezondheid niet schaden. Aan de andere kant is het de vraag wat er gebeurt met het stikstofresultaat als we de normen ophogen', stelt een woordvoerder van LNV.

De woordvoerder weet dat bij het aankondigen van de maatregel al werd gesteld dat er in augustus naar de de eiwitnormen in het ruwvoer zou worden gekeken. Die normen worden berekend door Wageningen University & Research. 'We hebben voor de regeling 2018 als referentiejaar genomen. Dat jaar had een van de droogste zomers', vervolgt ze.

Onderzoeker Jan Dijkstra van Wageningen University & Research, die overigens niet bij de normberekening is betrokken, heeft de subjectieve indruk dat de voorjaarskuilen lager zijn in hoeveelheid eiwit dan andere jaren. Ook kan hij zich voorstellen dat de hoeveelheid gewonnen gras dit jaar minder is. 'Veel boeren hopen nog op een goede najaarssnede met veel eiwit', vertelt de onderzoeker. Hij verwacht dat een deel van de voedingsstoffen die in de droge periode niet zijn gebruikt, alsnog beschikbaar komen.'

Het vermoeden van Dijkstra wordt ook bevestigd door de cijfers van Eurofins op basis van de eerste 1.000 kuiluitslagen van dit jaar. Hieruit komt naar voren dat veek kuilen een erg hoog suikergehalte hebben van 149 gram per kilo droge stof. Gemiddeld zit het ruw eiwit gehalte juist aan de lagere kant voor een voorjaarskuil, met 170 gram per kilo drogestof. De DVE is 68 en de VCOS is gemiddeld 80,8 procent.

De kuilen van eind april/begin mei hebben wel een hoger ruw eiwitgehalte van rond de 180 gram per kilo droge stof, zo blijkt uit de Eurofins-cijfers. Het ruw eiwitgehalte neemt in de periode tot week 23 langzaam af tot 142 gram per kilo droge stof.

Veel eiwit in 2018

Opvallend genoeg hadden de voorjaarskuilen in referentiejaar 2018 juist veel eiwit. Ook toen was er sprake van droogte, waardoor 30 procent minder gras werd geoogst dan andere jaren. Uit Eurofins-cijfers blijkt overigens dat als gevolg van de droge zomers najaarkuilen juist eiwitrijk waren. Dijkstra vindt het overigens, net als zovelen, lastig om te stellen hoe dit najaar qua weer gaat verlopen, hij heeft geen glazen bol..

Dijkstra verwacht dat het ministerie van LNV gaat inschatten wat het gemiddelde eiwitgehalte in ruwvoer zal zijn in de verschillende delen van het land en dit vervolgens vergelijken met het referentiejaar 2018. 'Als ze zien dat in bepaalde gebieden het eiwit in het ruwvoer lager is dan in het referentiejaar 2018, waardoor boeren onder de 155 gram ruw eiwit in het rantsoen komen, dan kan worden besloten om de normen te verhogen. Maar dat is aan het ministerie.''

Lastig haalbaar

Ook stelt de woordvoerder dat 1 september lastig haalbaar is vanwege de Europese goedkeuring. De voermaatregel is op 2 juni in Brussel neergelegd ter notificatie. Op dat moment gaat een periode van drie maanden in, waarbinnen op de maatregel gereageerd kan worden. Volgens de woordvoerder zou de regeling ook op 2 of 3 september officieel kunnen ingaan.

LTO voert op dit moment een stevige lobby om de maatregel van tafel te krijgen. De voorgestelde voermaatregel van het ministerie was volgens de organisatie al praktisch onuitvoerbaar voor veel melkveehouders en een gezondheidsrisico voor hun dieren, maar door de droogte wordt het voor melkveehouders nóg onmogelijker om met deze voermaatregel een goede voersamenstelling te maken.