Op weg naar Prinsjesdag (en verkiezingen)

Dit jaar is het niet alleen vanwege corona een bijzondere Prinsjesdag, het is ook de laatste begroting van dit kabinet. Volgend jaar in maart zijn er namelijk verkiezingen.

Dat iedereen alvast voorsorteert, is goed zichtbaar. Afgelopen weken las ik over onze eigen sector interviews met Carla Dik-Faber van de ChristenUnie ('Ik ben heel trots op Carola.'), Jaco Geurts van het CDA ('De minister kan beter.') en Tjeerd de Groot van D66 ('Ik heb de boeren een dienst bewezen.').

Drie interviews met een andere insteek. Wat mij betreft typerend voor hét probleem van het huidige kabinet: er is geen gedeelde visie op de land- en tuinbouw. Dat resulteert in gedoe, veel onderlinge wrevel en daardoor stilstand. Daar zijn boeren en tuinders de dupe van, zeker nu met de stikstofcrisis sommige partijen vooral de landbouw willen 'aanpakken'.

Voor de vakantie heb ik verschillende ledenbezoeken afgelegd. Wat ik vaak hoor, is dat leden moe zijn van de politiek, stiekem zelfs gefrustreerd. Dat snap ik goed. Tegelijkertijd zijn boeren en tuinders realisten. Na een diepe zucht moeten we, het liefst verenigd en sterk, een wenkend perspectief laten horen wat we als sector zelf willen. Opnieuw het gesprek aangaan. Perspectief creëren. Toekomst.

Ik hoop dat het Verkiezingsmanifest 2021 van LTO 'Een nieuwe kans voor goed beleid voor onze boeren en tuinders' daar een bijdrage aan mag leveren.