Too Good To Go: 'Iedereen wint met antiverspillingsapp'

Too Good To Go is al enkele jaren actief bij supermarkten, restaurants en bakkerijen. Het idee is simpel: retailers en horeca die met producten blijven zitten die anders moeten worden weggegooid, bieden deze in een Magic Box tegen een derde van de verkoopprijs aan in de app van Too Good To Go. De inhoud wisselt. Consumenten reserveren een box, betalen in de app en halen de producten af in het restaurant of de winkel.

'Dat leidt tot een win-win-winsituatie', zegt Jurjen de Waal, 'food waste campaigner' bij Too Good To Go. 'Goed voedsel wordt niet weggegooid, de ondernemer krijgt nog wat geld en de consument betaalt een mooie prijs.'

Begrip voor boeren

Sinds kort bieden ook enkele tientallen boeren hun producten aan via de antiverspillingsapp. 'En daarbij ontstaat nog een vierde win. Het zorgt voor begrip voor boeren en respect voor het eten dat zij produceren. Op die manier brengt het boeren en burgers dichter bij elkaar', aldus De Waal.

Too Good To Go had al langer de wens om ook met boeren samen te werken. De coronacrisis en de daarmee gepaard gaande overschotten bracht dit plan in een stroomversnelling. 'Via verschillende wegen zijn we met boeren in contact gekomen', zegt De Waal. 'Soms via persoonlijke contacten, maar ook door productorganisaties en belangenbehartigers als ZLTO. We vonden al snel twintig boeren die het wel een maand wilden proberen, verspreid over het hele land en met heel verschillende producten.'

Daarbij kwam al snel het besef dat boeren weliswaar net als retail en horeca ook eten verkopen, maar dat er een andere aanpak nodig was. De Waal: 'Boerenbedrijven liggen vaak wat verder weg van de gemiddelde consument. En waar andere partners elke dag ander overschot hebben, is het bij een aardappelboer niet zo'n verrassing wat hij overhoudt.' Daarom bestellen klanten bij boeren ook geen Magic Box, maar weten ze bij het bestellen wat ze kopen.

Doordat de animo hiervoor groot bleek, zijn inmiddels alle boeren welkom op het platform en worden zij ook proactief benaderd. Tot de deelnemers behoren veel plantaardige voedselproducenten, maar ook een aantal kaasboeren. Een belangrijke voorwaarde is dat boeren de mogelijkheid bieden consumenten te ontvangen op het bedrijf; bijvoorbeeld in een boerderijwinkel of via een drive-thru.

Blauwe bessen

Een van de bedrijven die zich aansloot bij Too Good To Go, is Blauwebessenland uit het Limburgse America. Mede-eigenaar Gaby Faessen bleef met voorraden zitten, doordat de boerderijwinkel nog maar één dag per week was geopend. 'We hadden nog geen verse bessen, maar wel jam en siroop met korte houdbaarheidsdata', blikt ze terug. 'Ook zaten we met veel diepvriesbessen. Ik dacht: niet geschoten is altijd mis.'

Faessen begon met het wekelijks aanbieden van dertig zakjes met 1,5 kilo blauwe bessen op Too Good To Go. Nadat deze binnen één avond allemaal waren verkocht, werden de frequentie en het aantal zakjes al snel verhoogd.

'Wekelijks verkochten we bessen en één keer andere producten. Het liep als een trein, telkens was alles meteen weg. Nu het hoogseizoen is begonnen, zetten we het op een laag pitje. We zijn enorm druk. Maar in september gaan we waarschijnlijk weer van start', zegt Faessen.

Nieuwe klantengroep

De ondernemer merkt dat er mensen komen die nooit eerder op het bedrijf waren geweest. Sterker nog: mensen die in de buurt wonen en niet eens wisten dat Blauwebessenland bestond. Ze hoopt er een nieuwe groep klanten aan over te houden.

Volgens De Waal is dat een van de positieve aspecten die de coronacrisis met zich meebrengt. 'Dat is echt de tijdsgeest. Men waardeert het om te zien waar het voedsel vandaan komt. En sommige boeren ontvangen nu voor het eerst consumenten op hun bedrijf en merken hoe leuk dat is.'

Ook na corona

De Waal zegt ook na de coronacrisis door te willen met boeren als partner. 'Boeren kampen vaker met overschotten, bijvoorbeeld in tijden van droogte. Voor die momenten willen we er graag zijn. Dat is ons idealistische aspect: voedselverspilling bestrijden.'

De 'food waste campaigner' geeft wel aan dat Too Good To Go niet als primair verdienmodel moet worden gezien. 'Heb je geen andere keuze dan verspillen of verwerken tot veevoer, dan kun je het beter via Too Good To Go verkopen. Maar ik zou niet meteen de contracten met retailers gaan opzeggen.'