Veel bietenpercelen met lage plantaantallen

'Zaaien in een grindbak op kleigrond laat op veel percelen een slechte opkomst van bieten zien. De zaden kiemen niet allemaal, het geeft tweewassigheid en/of de plantjes groeien niet goed door. Op de lichte gronden zorgt stuifschade voor het feit dat enkele honderden hectares zijn overgezaaid', zegt Gert Sikken, directeur Agrarische Zaken van Suiker Unie.

Op de klei zijn er veel percelen met een laag aantal bietenplanten. Maar of telers moeten overzaaien? Sikken: 'Regen is niet in het verschiet. Het is dus de vraag of je moet overzaaien. Het geeft geen garantie dat het perceel er beter uit gaat zien. Zeker boven 30.000 planten per hectare heeft het geen zin om over te zaaien. Die grens schuift de komende dagen steeds verder omlaag.'

Geen getallen

De stuifschade op lichte gronden heeft ook gezorgd voor percelen met een kleiner aantal planten dan gewenst. 'De schade op de lichte gronden is groter dan de enkele honderden hectares die zijn overgezaaid', stelt Sikken. De totale schade is op dit moment moeilijk te kwantificeren. Hij durft die niet in getallen uit te drukken. 'Dat geeft nu een grote onbetrouwbaarheid.'

Naast de slechte opkomst en de stuifschade is er plaatselijk ook schade door nachtvorst. Telers in met name het noordelijk en oostelijk deel van het land hebben vorige week te maken gehad met nachtvorsten tot 6 graden onder nul. Bietenplanten kunnen hier schade van ondervinden, met name wanneer ze net boven komen.

Overzaaien rond half mei is niet snel rendabel. Wanneer de bieten op 8 april zijn gezaaid, is overzaaien op 10 mei pas rendabel als er nog maximaal 30.000 planten staan. De IRS-overzaaiapplicatie kan telers ondersteuning bieden bij het maken van hun keuze.

IJsheiligen

In de volksweerkunde staan de dagen 11 tot 14 mei bekend als IJsheiligen. Deze dagen markeren het einde van de winterse periode met kans op vorst. Sinds 1901 is er na 14 mei in De Bilt in negen jaren nog vorst opgetreden. De vuistregel van de IJsheiligen klopte dus in 92 procent van de jaren.

Door klimaatverandering zal in de toekomst de winterse periode eerder eindigen. In alle klimaatscenario's van het KNMI neemt de kans op vorst in Nederland af. Afhankelijk van de mate van wereldwijde temperatuurstijging, zal de winterse periode in 2050 eindigen tussen 22 april en 4 mei.