Suiker Unie: 'Begin op tijd met bladschimmels spuiten'

Bij bespuitingen is het van belang dat het middel bij de bladschimmel past. Herkennen van de soort schimmels aan details is nodig om een gewasbeschermingsmiddel te kunnen kiezen dat daarbij past. 'Gebruik de doseringen volgens het etiket en beknibbel niet op middel', luidt het advies van Te Velde.

Bij cercospora is er veel strobilurine-resistentie en moeten telers deze middelen bij de eerste bespuitingen vermijden. Later in het schema zijn ze wel nodig voor afwisseling met triazolen.

Doseringen

'Gebruik de doseringen op het etiket en wissel de actieve stoffen af. Kies bij mengen voor verschillende triazolen en gebruik volledige doseringen', legt de teamleider agro uit. 'Voor een effectieve beheersing van bladschimmels zijn minimaal drie verschillende actieve stoffen in de middelenkast nodig.'

Bij stemphylium hebben de middelen Rentengo Plust en Spyrale de hoogste effectiviteit. Bij roest en ramularia is er geen voorkeur voor de beschikbare middelen. Bij meeldauw zijn solo triazolen minder effectief. 'Een goed middel moet je op het goede tijdstip inzetten. Spuit bij cercospora bij de eerste vlekjes. Als je één keer te laat bent, kun je de schade niet herstellen. Genezen lukt niet als je in het begin een steek laat vallen', zegt Te Velde.

Gereedschapskist

Bij bladschimmelbestrijding kunnen telers van verschillende mogelijkheden gebruikmaken die in de 'gereedschapskist' zitten: rasgevoeligheid, fungiciden, perceelshygiëne, herkenning en timing. Bij perceelshygiëne speelt de levenscyclus van cercospora een belangrijke rol.

'Ongeveer 10 procent van de cercospora-sporen overleeft tot maximaal 22 maanden na de oogst. Pas daarom op bij de 1-op-3-teelt van bieten, bietenhopen op kopakkers en het feit dat sporen kunnen overwaaien naar een naastgelegen perceel', waarschuwt de teamleider agro.

Bij bladschimmels speelt de rasgevoeligheid een belangrijke rol, blijkt uit onderzoek. 'Bij geen bespuiting houd je geen groen blad over. Ook de beste rassen gaan dan onderuit. Alle rassen hebben bij het optreden van bladschimmels bespuitingen nodig. Bij vier bespuitingen is er geen verschil tussen hoge of middelmatige resistentie. Vermijd, als het mogelijk is, rassen met een lage resistentie', adviseert Te Velde.

Weersensoren

Suikerbieteninstituut IRS en Suiker Unie willen telers met weersensoren helpen met een betere timing van de bespuitingen. De sensoren meten elk kwartier de infectiewaarden die worden weergegeven op een kaart die via het ledenportaal (Bieten Advies Systeem (BAS)) en www.irs.nl beschikbaar is.

Te Velde: 'De sensoren werken vrij goed. Bij gevaarlijk weer is het belangrijk om het gewas op vlekjes te controleren. Het is een ondersteuning. Er moeten sporen zijn, voordat je een aantasting krijgt.'