Bens: 'Legsector hobbelt van incident naar incident'

Vogelmijt (bloedluis) is de grootste plaag in de legpluimveehouderij en oorzaak van de fipronilcrisis. Hugo Bens heeft zich er sinds 2010 als bestuurder van LTO/NOP en voorzitter van de commissie bloedluis veel mee beziggehouden. Hij hoopt dat de aandacht voor het onderwerp, na de fipronilcrisis, niet opnieuw verslapt.

Bens%3A+%27Legsector+hobbelt+van+incident+naar+incident%27
© Rabobank

Legpluimveehouder Hugo Bens uit het Brabantse Haps was verbaasd toen hij eind 2010 aantrad als bestuurder van de vakgroep Pluimveehouderij van LTO/NOP. 'Dit kan niet waar zijn', dacht ik, toen ik hoorde dat de commissie bloedluis 'in ruste' was. Hoe kon er geen aandacht zijn voor de grootste plaag in de legpluimveehouderij?'

Ik vind dat je juist in vredestijd moet investeren in kennis en kunde

Hugo Bens, legpluimveehouder in Haps

Bens besloot de commissie weer nieuw leven in te blazen. Hij was oorspronkelijk vleeskuikenhouder en schakelde in 2004 deels over op legpluimvee. 'Het duurde niet lang voordat wijzelf de eerste vogelmijt tegenkwamen. Sindsdien zijn we er altijd mee bezig gebleven, net als iedere andere legpluimveehouder in Nederland.'

Sinds 2011 is het bedrijf van Bens volledig overgegaan op leghennen. Het bedrijf heeft in Haps drie stallen met in totaal 109.000 hennen. In december nam Bens na negen jaar afscheid als bestuurder van de vakgroep Pluimveehouderij bij LTO/NOP.

Heeft de fipronilcrisis de kijk op vogelmijt veranderd in de sector?

'De crisis, een enorme ramp voor de sector, heeft er in ieder geval voor gezorgd dat de aandacht weer volop op vogelmijt is gericht. Zo was de crisis aanleiding voor het project 'Aanpak vogelmijt bij pluimvee', gefinancierd door onder meer het ministerie van LNV, provincie Gelderland en de gemeenten Ede en Barneveld. Jarenlang kregen we de financiering voor dit soort projecten niet voor elkaar. Nu wel.'

Uit dat project bleek vooral dat bewustwording belangrijk is.

'Dat klopt. Aan het onderzoek deden twee groepen legpluimveehouders mee. Een groep paste een integrale benadering op het bedrijf toe om de vogelmijt te beheersen. De andere groep was een referentiegroep. Zij deden niet mee aan bijvoorbeeld metingen en cursussen. Toch werd bij hen ook de vogelmijt teruggedrongen, puur omdat ze er bewuster mee omgingen.'

Legpluimveehouders moeten dus beter opletten?

'Ja. Tegelijkertijd is er nog veel meer onderzoek nodig. Daar is nog veel winst te boeken. De kennis over de vogelmijtproblematiek is bovendien versnipperd over verschillende landen. In de Europese Unie (EU) zijn de kennisinstellingen te veel eilandjes. Voor een kleine sector als de pluimveehouderij werkt dit contraproductief. Het zou goed zijn als er eens in Europees verband onderzoek komt, waarbij de kennis vanuit verschillende landen wordt gebundeld. Daar zijn ook kansen voor financiering vanuit de EU.'

Er is dus een ramp voor nodig om onderzoek voor elkaar te krijgen?

'Helaas wel. De sector hobbelt te veel van incident naar incident. Ik vind dat je juist in vredestijd alert moet zijn en moet investeren in kennis en kunde. Dat geldt ook voor bijvoorbeeld de vogelgriep. We moeten er continu op blijven hameren en elkaar scherp houden. Want het is in de hele keten belangrijk. 31 procent van de opfokbedrijven blijkt ook vogelmijt te hebben. Zo krijg je de vogelmijt telkens opnieuw op je bedrijf. Het is belangrijk om met elkaar daarover informatie te delen.'

Wat is uw eigen strategie om vogelmijt te beheersen?

'Wij passen de thermokill-methode toe waarbij de stal na elke ronde tot minimaal 45 graden wordt verhit met een relatieve luchtvochtigheid van minder dan 15 procent. Daarna brengen we natte Silica aan. Geen fijn spul, maar noodzakelijk. Hiermee houden we ons bedrijf nagenoeg vrij van vogelmijt. Daarnaast is strikte hygiëne belangrijk. Douchen is verplicht voor het betreden van de stal en het gereedschap en de kleding hebben voor elke stal een eigen kleur, zodat we de vogelmijt niet van de ene naar de andere stal brengen.'

Heeft u het middel van Chickfriend nooit overwogen?

'Ik heb ze op de beurs in Venray gesproken en vervolgens op mijn bedrijf ontvangen. Maar ik zag hun aanpak met etherische oliën niet zitten, vooral omdat we zeer tevreden waren over onze eigen methode.'

Is thermokill de beste methode?

'Voor ons wel, maar dat kan op een ander bedrijf anders zijn. Zelf geloof ik nog steeds in de inzet van roofmijten als natuurlijke vijand van de vogelmijt. Daar hebben we rond 2012 met Koppert onderzoek naar gedaan. Toen andere commerciële bedrijven het, achteraf te vroeg, op de markt gingen brengen, was het voor Koppert commercieel niet meer interessant en stopte het onderzoek.'

Nieuw onderzoek naar roofmijten is dus nodig?

'Dat zou wenselijk zijn. Maar ook onderzoek door gebruik te maken van data kan helpen. We moeten nog veel meer leren over het beestje zelf, over het gedrag en over zijn natuurlijke vijanden. Er zijn verschillende bedrijven waar de populatie wordt geteld. Door deze data bij elkaar te brengen en uit te breiden, ontstaat een grote bron van informatie.'

Het ministerie van LNV wil zorgen dat er meer middelen tegen vogelmijt beschikbaar komen.

'Dat is inderdaad toegezegd. Het gaat dan vooral om groene middelen. Er zijn allerlei middelen die werken tegen vogelmijt, maar daar niet voor gebruikt mogen worden. Denk aan groene zeep. Je mag groene zeep wel gebruiken om schoon te maken, maar je mag niet zeggen dat het werkt tegen vogelmijt. Zodra je die claim gebruikt, is er toelating nodig. Dat systeem is natuurlijk heel scheef. Er is van alles dat werkt, zoals cola en was en zelfs biodiesel. Daarnaast zijn diervoederadditieven die leghennen weerbaarder maken. Die zijn ook beloftevol.'

Resultaten uit het project 'Aanpak vogelmijt bij pluimvee'
De resultaten van het project 'Aanpak vogelmijt bij pluimvee' zijn in november gepresenteerd. Het project werd gestart na het uitbreken van de fipronilcrisis en uitgevoerd door Wageningen University & Research, Bionext en het Poultry Expertise Centre in partnerschap met diverse organisaties, waaronder LTO Noord en het ministerie van LNV. Tijdens het project werd bij negentien bedrijven gewerkt met Integrated Pest Management (IPM). Goed meten en monitoren en een integrale benadering staan daarin centraal. Tien andere bedrijven werden ook gemonitord, maar daar werd geen IPM toegepast. Opvallende uitkomst was dat bij alle bedrijven, dus ook bij de controlegroep, de druk van vogelmijt daalde. Bij de kosten en baten waren geen significante verschillen vast te stellen tussen de 'IPM-groep' en de bedrijven die dit niet toepasten. Volgens Wageningen University & Research veroorzaakt vogelmijt in Nederland jaarlijks voor 21 miljoen euro economische schade.

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    4° / 0°
    90 %
  • Zondag
    15° / 6°
    85 %
  • Maandag
    13° / 9°
    90 %
Meer weer