Melkveehouder Waterland moet over op vaste mest
De melkveehouderij in Waterland kan verder verduurzamen door onder meer op bedrijfsniveau stappen te zetten. Zo worden de omschakeling naar vaste (stro)mest en een overstap naar een biologische bedrijfsvoering aangedragen.
Dat advies komt van Stichting Behoud Waterland (SBW) die zich inzet voor verduurzaming van de agrarische sector in de regio. SBW vroeg CLM Onderzoek en Advies in kaart te brengen waar de land- en tuinbouw in Waterland kan verduurzamen. De melkveehouderij is de belangrijkste agrarische sector in de regio.
Ongeveer 95 procent van de cultuurgrond in het gebied wordt gebruikt als grasland. Verder staan er akkerbouw- en groenvoedergewassen als mais op. In de Beemster liggen die cijfers wat anders. Daar is 18 procent van de landbouwgrond in gebruik voor akkerbouw, 73 procent als grasland en 3 procent voor tuinbouw.
Extensieve bedrijven
De Waterlandse melkveebedrijven zijn in het algemeen relatief extensief in vergelijking met bijvoorbeeld bedrijven in Noord-Brabant. De melkveedichtheid in Waterland is lager (1,3) dan het landelijke gemiddelde (1,7). Maar de trend in het gebied is dezelfde als landelijk: het aantal koeien per hectare grasland neemt toe.
Een vergelijkbaar verschil en overeenkomst zijn er wat betreft de weidegang, concludeert CLM. In de regio lopen er meer koeien langer in de wei dan landelijk. Maar zowel landelijk als in Waterland is de trend dat het aantal uren dat koeien gemiddeld in de wei lopen, daalt.
Agrarisch natuurbeheer
In de jaren negentig liepen melkkoeien 30 procent van de tijd in de wei (ongeveer 2.600 uur per jaar), nu nog maar 14 procent (globaal 1.250 uur per jaar). Landelijk lopen melkkoeien jaarlijks zo'n 1.000 uur in de wei. Veel boeren doen in de regio aan een vorm van agrarisch natuurbeheer.
Wat minder goed gaat in Waterland, zijn volgens CLM de broeikasgasemissies, zowel vanwege de veenafbraak als vanwege het grasrantsoen van de koeien. Daarnaast worden de normen voor stikstof en fosfaat in de oppervlaktewateren overschreden.
Biologische bedrijfsvoering
CLM pleit daarom in het rapport onder meer voor de overstap op biologische bedrijfsvoering, meer blijvend en kruidenrijk grasland, gebruik van vaste mest, onderzoek naar drukdrainage, verhoging van het aantal uren weidegang en verbreding van de melkveehouderij.
Dat moet mede kunnen door de ontwikkeling van een (emissiearm) stalsysteem met ruige mest te stimuleren, een hogere premie voor 1.200 en meer uur weidegang, het gebruik van weidecoaches te promoten, de verkaveling te verbeteren en aanleg van veeroosters en/of koetunneltjes. Bevordering van baggerspuiten door een kleine toeslag erop te geven en toepassen van onderwaterdrainage met subsidie waar dit functioneel is, worden eveneens aangekaart. Net als ondersteuning verlenen bij de omschakeling naar biologische landbouw in de vorm van advies, begeleiding en financiering.
• Klik voor complete CLM-rapport op onderstaande pdf
Bekijk meer over:
Lees ook
Marktprijzen
Meer marktprijzen
Laatste nieuws
Nieuwste video's
Kennispartners
Meest gelezen
Nieuw op MechanisatieMarkt.nl
-
Pottinger Silo Profi L2 Profimatic
1999, € 14.500
-
GF8501 MH
Gebruikt, € 2.500
-
Valtra T190
Gebruikt, P.O.A.
-
Valtra T234A
Gebruikt, P.O.A.
Vacatures
Onderzoeksassistent maisteelt
Wageningen University & Research - Lelystad
Docent veehouderij
Landstede MBO - Raalte
Meewerkend bedrijfsleider (m/v) op een modern en ondernemend melkschapenbedrijf
ATT Agro - Den Burg, Texel
Bestuurslid met voorzitterskwaliteiten
Coöperatie Natuurrijk Limburg - NL
Weer
-
Vrijdag6° / 0°85 %
-
Zaterdag4° / 0°90 %
-
Zondag15° / 6°85 %