'Meesters in waterafvoer, maar we komen tekort'

Glastuinbouwers willen duurzaam telen en hun emissie van gewasbeschermingsmiddelen naar water zoveel mogelijk beperken. Emissie brengt de toelatingen van middelen immers in gevaar. Om emissieloos te kunnen telen is kwalitatief goed gietwater essentieel. Hoe garanderen we dat in de toekomst? Hoe bereiken we een nagenoeg emissieloze kas?

Demokwekerij Westland/World HortiCenter en Glastuinbouw Nederland organiseerden dinsdag de Waterdag, waar een keur aan mogelijkheden de revue passeerden. Het gevarieerde programma bood een breed beeld van de lopende initiatieven en onderzoeksprojecten die de beschikbaarheid van schoon zoetwater tot in lengte van dagen moeten garanderen. Niet alleen binnen, maar ook buiten de kas.

Langjarig perspectief

Voorzitter Jacco Vooijs van Glastuinbouw Westland schetste voor zo'n 150 telers het langjarige perspectief voor het waterbeheer binnen en buiten Nederland. Dit deed hij in de afgeladen collegezaal van de Lentiz MBO Westland, die in het World Horti Center is gevestigd.

De rode draad in dit langjarige perspectief is het gegeven dat de beschikbaarheid van voldoende zoetwater steeds minder vanzelf spreekt.

Strijd om water

Als gevolg van klimaatverandering, zeespiegelstijging en bodemdaling krijgen we te maken met langere perioden van droogte en toenemende verzilting van het grondwater. Tegelijkertijd komen er meer hoosbuien die overlast geven, mede doordat de oppervlakte verhard terrein door verstedelijking en bevolkingsgroei blijft toenemen.

'In grote delen van de wereld wordt de watervoorziening echt een probleem', stelt Vooijs vast. 'Ook wij moeten ons daartegen wapenen. Nederland is altijd een meester geweest in het afvoeren van water. Nu hebben we een tekort.' Daarom ligt er een nieuwe uitdaging, die om duurzame oplossingen vraagt.

'De strijd tegen water wordt een strijd óm water. De glastuinbouw is hiermee op de goede weg. Dit is bovendien de enige sector die erin is geslaagd om de uitstoot van CO2 volgens afspraak te reduceren', besluit Vooijs.