Met een goede start speendip voorkomen
Biggen starten hun leven niet als grote vreter. Dat moeten ze uiteindelijk wel worden. Doorgaans maken ze op vier weken de stressfase van het spenen door. Een aantal factoren is van belang om ze efficiënt en zo snel mogelijk onafhankelijk te maken van moedermelk. Dat helpt biggen beter door de speendip heen.
Het totaal aantal geboren biggen stijgt nog steeds. De sterfte voor spenen blijft een kritisch punt. Daarnaast wordt de speendip een steeds actueler onderwerp. We moeten bovendien veel moeite doen om de biggengroei op 80 procent te krijgen ten opzichte van dertig jaar geleden. Heeft dat met de combinatie van aantallen, gezondheid en genetica te maken?
Pasgeboren biggen moeten allereerst voldoende biest opnemen. Ligt deze opname lager dan 200 tot 300 gram, dan nemen de overlevingskansen sterk af. Farmaceut Dopharma toonde met jarenlang onderzoek aan dat de samenstelling van zeugenmelk behoorlijk veranderd is sinds de jaren 1980 en 1990. Het gaat vooral om de hoeveelheid cholesterol en vetten.
Hardnekkige problemen
De farmaceut meldde dat dit tot een aantal zeer hardnekkige problemen kan leiden die de gezondheid en de resultaten van biggen beïnvloeden. Een daarvan is de speendip, veroorzaakt door onregelmatige voeropname na het spenen, met alle gevolgen van dien. Een lagere darmgezondheid, lagere weerstand en een verminderde groei, juist ook in de vleesvarkensfase.
Het maag-darmstelsel van de big moet zich geleidelijk aanpassen
Hoe beter je als ondernemer de biggen in de kraamstal aan het vreten krijgt, hoe minder problemen met speendip er zullen zijn. Bijvoeren van de biggen voor extra energie is zowel bij grote als minder grote tomen raadzaam.
Extra energie verbetert de groei van de biggen en ze wennen door bijvoeren ook aan andere voeding dan melk. Daarbij geldt: meer voerbeurten per dag stimuleert de biggen om vaker te eten. Smakelijk, vers voer in beperkte porties verhoogt de voeropname. Daarnaast geldt dat hoe eerder je start met bijvoeren, hoe meer de biggen gewend zijn te eten aan het einde van de zoogperiode.
Big verleiden
Het bijvoer dat biggen aangeboden krijgen heeft vaak een onbekende structuur en smaak. De overschakeling van de zachte, zoete moedermelk op een harde korrel waarin vaak bittere grondstoffen zijn verwerkt is niet een vanzelfsprekende. Een big moet verleid worden met smakelijke grondstoffen.
Voerleveranciers voegen daarom verschillende synthetische, maar ook natuurlijke zoet- en smaakstoffen toe. Ook worden bijvoorbeeld pizzakruiden ingezet om het product smakelijk te maken. Het helpt om het voer in vloeibare vorm of als papje te verstrekken. Deze vorm is voor jonge biggen beter bekend, waardoor ze het gemakkelijker eten.
Voerbak goed zichtbaar en bereikbaar
Het voerbakje moet goed zichtbaar en bereikbaar zijn. Bij voorkeur staat de voerbak bij de kop van de zeug. Zo kunnen zeug en biggen tegelijkertijd en op dezelfde plaats eten. Ook voor biggen geldt: zien eten, doet eten. Het gezichtsvermogen van een big ligt namelijk op 25 tot 30 procent van mensen en oudere varkens.
Zelfs de kleur van het voerbakje blijkt van belang voor het eetgedrag. Hierbij gaat het vooral om het contrast met de meestal groene, blauwe of grijsachtige vloeren in de kraamstal. Ook de vorm speelt een rol. Tenslotte is de hygiëne van de bakjes een punt van aandacht, denk aan voerresten.
Passend voer
Elke 100 gram extra voeropname voor het spenen resulteert in 50 gram extra groei in de opfok. Ook in de vleesvarkensfase realiseren biggen dan een hogere groei. Het bijvoer moet bij het jonge dier passen. Het maag-darmstelsel is aanvankelijk niet aangepast aan de vertering van ander voer dan zeugenmelk.
De enzymproductie van een jong big is gericht op de lactose- en melkeiwitvertering. Pas later komt de productie van amylase, protease en lipase op gang. Dat zijn enzymen die een hoofdrol spelen bij het verteren van zetmeel, (plantaardig) eiwit en vet. Zelfs rond het spenen op vier weken, is de productie van deze enzymen nog niet optimaal ontwikkeld.
Doelstellingen als hoge speengewichten en uniformere tomen vragen een specifieke voeraanpak. Met betere, zuiverder grondstoffen zijn juist achterblijvers – die onvoldoende moedermelk krijgen – in het voordeel. De voedingsstoffen moeten goed opneembaar zijn om de dikke darm, die zich pas later voldoende ontwikkelt, te ontzien.
Bekijk meer over:
Lees ook
Marktprijzen
Meer marktprijzen
Laatste nieuws
Nieuwste video's
Kennispartners
Meest gelezen
Nieuw op MechanisatieMarkt.nl
-
Evers FOREST XL 9-310-2 R62
Nieuw, € 11.750
-
Toro TIMECUTTER MR 5075-T
Nieuw, P.O.A.
-
Kuhn GA6000 hark
2000, P.O.A.
-
Case IH PUMA 185 CVX STAGE V
2022, P.O.A.
Vacatures
Projectmedewerker BoerenNetwerk - Zet je in voor natuurinclusieve landbouw!
Wij.land - Abcoude (De Ronde Venen)
Onderzoeksassistent maisteelt
Wageningen University & Research - Lelystad
Docent veehouderij
Landstede MBO - Raalte
Meewerkend bedrijfsleider (m/v) op een modern en ondernemend melkschapenbedrijf
ATT Agro - Den Burg, Texel
Bestuurslid met voorzitterskwaliteiten
Coöperatie Natuurrijk Limburg - NL
Weer
-
Zaterdag4° / 0°90 %
-
Zondag15° / 6°85 %
-
Maandag13° / 9°90 %