Veehouders krijgen miljoenen omzetbelasting terug

Aan de kwestie ging vijf jaar juridisch getouwtrek vooraf. Aanvankelijk stelde de rechtbank de ondernemers in het gelijk, maar in hoger beroep oordeelde het Gerechtshof negatief. Het draaide hierbij allemaal om een aangevraagde herziening van de omzetbelasting op gebruiksvee.

De eisers zijn van mening dat de omzetbelasting over het voer en de verzorgingskosten tijdens de opfokperiode herzien dient te worden. Dat moet op het moment dat de melkveehouder de overstap maakt van de landbouwregeling naar de normale regeling voor de omzetbelasting.

Ultieme poging

De advocaat-generaal gaf in augustus 2018 echter ook een negatief advies. Bert van den Kerkhof, hoofd vaktechniek Belastingadvies bij bemiddelaar ABAB: 'Ik heb toen de Hoge Raad aangeschreven om opnieuw voor ons standpunt op te komen, in een ultieme poging om toch gelijk te krijgen'

Negen maanden later wijst de Hoge Raad, in afwijking van de advocaat-generaal, het beroep in cassatie toe. De Hoge Raad concludeert dat de (voormalige) landbouwer bij de overstap van de landbouwregeling naar de normale regeling recht heeft op teruggaaf van de omzetbelasting die op datum van overgang in het voer en de verzorgingskosten in de opfokfase zat besloten.

Geduld

Het is voor een individuele ondernemer lastig om in een dergelijke situatie te procederen. 'Het vraagt om veel geduld, inzet en expertise', stelt Van den Kerkhof. 'Maar dat is het in dit geval zeker waard. In totaal gaat dit de sector namelijk meer dan tien miljoen euro opleveren.'

Het arrest van de Hoge Raad is goed nieuws voor alle landbouwregelaars met gebruiksvee (melkvee of fokzeugen) die vanaf 1 januari 2018 door de afschaffing van de landbouwregeling verplicht van de landbouwregeling naar de normale regeling over moesten.

Landbouwregelaars

Deze (voormalige) landbouwregelaars kunnen op deze wijze alsnog een gedeelte van de bewuste omzetbelasting, die tijdens de opfokfase is betaald, terugvragen bij de fiscus.