Massey Ferguson geeft nieuwe draai aan rondebalenpers

Grootpakpersen en kleine balenpersen had Massey Ferguson al in het programma. Sinds de overname van de Lely-persenfabriek in het Duitse Wolfenbüttel kan de fabrikant ook rondebalenpersen aanbieden. Inmiddels zijn de eerste persen verschenen waar Massey Ferguson zijn eigen draai aan heeft gegeven.

De fabriek in Wolfenbüttel is vooral bekend van de Welger-persen. Welger heeft aan de basis gestaan van de ontwikkeling van de rondebalenpersen. In 1994 heeft de familie Welger zich uit de fabriek teruggetrokken en is deze verkocht aan Lely. In 2008 kreeg ook de Amerikaanse fabrikant Vermeer een minderheidsbelang in de fabriek.

Overname door Agco

In 2017 heeft Lely de landbouwmachineproductie verkocht aan de Agco-groep, nadat Vermeer was uitgekocht. Op dat moment had Lely vijf modellen rondebalenpersen in het programma, dat werd overgenomen door Agco. Daarna werden de persen ook in Massey Ferguson-kleuren aangeboden.

Massey Ferguson heeft nu twee persen met een stuk eigen ontwikkeling: de RB3130F met een vaste kamer en de RB4160V Protec met een variabele kamer. Gebaseerd op deze persen is er nu ook de perswikkelcombinatie RBC3130.

Nieuw zijn de ongestuurde pick-ups. De tanden zijn vast in een 'lossende' hoek gemonteerd. Voordeel is dat de tanden nu langer in contact zijn met de gewasstroom en door een eenvoudiger constructie minder onderhoud vragen. De diameter van de pick-up is verkleind, zodat het gewas zich sneller van het maaiveld naar de bovenkant van de pick-up verplaatst.

Vijfde tandenbalk

De vier tandbalken zijn uitgebreid met een vijfde tandenbalk en de twee werkbreedtes van 2 en 2,25 meter zijn uitgebreid met een derde, 2,40 meter brede pick-up. Boven de pick-up bevindt zich een geleiderol die helpt bij de geleiding van het gewas op de pick-up.

Achter deze rol zit een tandarm. Deze bewoog zich altijd star met de rol op en neer, maar is nu scharnierend bevestigd en instelbaar. Door de druk van deze tandarm houdt de pick-up steeds greep op de gewasstroom. Aan de zijkant boven de pick-up zitten twee hoekvijzels die het gewas van de zijkant tot voor de snijrotor duwen.

De snijinrichting heeft twee messenbalken met in totaal zeventien messen. Deze balken zijn ook los van elkaar in te zetten, zodat er ook met acht of negen messen is te snijden. Een andere optie is een messenbalk met twaalf en dertien messen, dus vijfentwintig in totaal.

Hydroflex

De Hydroflex-controlefunctie in de messenbodem zorgt ervoor dat de invoerrotor niet vast zal slaan bij onregelmatig gevormde wiersen. Hiermee wordt in 80 procent van de gevallen het vastslaan van de rotor voorkomen.

Bij verstoppingen door bijvoorbeeld vreemde voorwerpen, kan de messenbodem aan de achterkant open worden gezet. Hierbij wordt het obstakel terug op het land gelost. Dit voorkomt schade aan de machine.

De persen met een variabele perskamer werken met vier aaneengesloten eindloze riemen. De pers met vaste kamer is voorzien van achttien persrollen. Tot op heden waren deze rollen vanaf de zijkant gezien cirkelvormig geplaatst. Dit is veranderd in de vorm van een slakkenhuis. Daardoor is de onderkant bij de invoer iets naar beneden gehaald, waardoor de invoer ruimer is. Hierdoor heeft de machine een meer gespreide invoer, volgens Acronius Ettema van de Mechan Groep. Dit leidt tot een betere vulling van de perskamer, wat beter kuilvoer oplevert.

Kettingen minder belast

De aandrijving van deze rollen ging met een ketting aan een zijkant van de machine. Die is nu gesplitst in twee kettingen, aan weerszijden van de machine eentje. De rollen worden om en om aangedreven. Daardoor worden de kettingen voor de helft minder belast.

De trekhaken die de achterklep dicht houden zijn voorzien van sensoren, waardoor de chauffeur in de trekker de vulling van de baal in de gaten kan houden. Dit draagt bij aan een betere vulling en gelijkmatiger verdichting van de baal.

Op de nieuwe pers met variabele kamer met wikkelcombinatie is er de nieuwe horizontale wikkelaar. De hoogte wordt ingesteld op de diameter van de baal, zodat deze altijd op het hart van de baal wordt gewikkeld. Dit is van belang voor een optimale hechting van de folielagen, waardoor conserverings- en broeiverliezen van het ruwvoer worden voorkomen.