Derde generatie bestiert bedrijf Voorthuizen

Opa Bouw begon aan de overkant van de weg en bouwde stalletjes voor leghennen in de weide en breidde zo langzaam uit. Was leren in opa's tijd nog niet van groot belang, kleinzoon Pieter Bouw deed eerst de LAS in Nijkerk en daarna de MAS A-richting in Barneveld aan het Groenhorst College. Vervolgens ging hij naar de HAS in Dronten.

'Na een jaar kwam er een kink in de kabel omdat onze bedrijfsleider in 1989 ontslag nam. Mijn vader stelde mij voor de keuze: of je neemt het bedrijf nu over of je studeert verder en ik ga het bedrijf afbouwen. Ik was negentien jaar en besloot het bedrijf over te nemen.'

Met de hand rapen

Als werknemer van zijn vader werd Bouw in 1989 voor de leeuwen gegooid. Op dat moment had de familie 60.000 leghennen op de batterij en die werden nog met de hand gevoerd. Ook alle eieren werden met de hand geraapt. Naast de hennen had vader Bouw 2.000 vleesvarkens, 450 zeugen en 85 zoogkoeien.

In 1992 besloot de familie nieuw te bouwen wat betreft het pluimvee en de vleesvarkens. Aan de kant van de toenmalige thuislocatie was geen uitbreidingsmogelijkheid, maar aan de overkant van de Appelseweg in het verwevingsgebied, waar familie Bouw in 1985 al grond had gekocht, wel. 'Nog beter zelfs dan in het landbouwontwikkelingsgebied bij Kootwijkerbroek dat al vol zat', vertelt de ondernemer.

Koloniehuisvesting

In 1993 kon een batterijstal worden gebouwd voor 60.000 leghennen en een vleesvarkensstal voor 2000 vleesvarkens. In 2007 bouwde de Veluwse pluimveehouder daar een stal voor 55.000 leghennen op koloniehuisvesting bij.

Twee jaar later klopte gemeente Barneveld bij Bouw aan omdat zij op de locatie waar de 450 zeugen lagen, aan de Baron van Nagellstraat, woningbouw wilde realiseren. 'Ik heb de centen daarvoor in 2012 netjes in ontvangst genomen en gebruikt voor de omschakeling van de batterijstal naar koloniehuisvesting. Daarnaast kon ik nog een stal bijbouwen voor 55.000 leghennen op koloniehuisvesting. Ander voordeel daarvan was dat ik ook gesloten kon worden met de opfok.'

Niet meer uitbreiden

Zo kwam de familie op 170.000 leghennen op koloniehuisvesting uit en 60.000 opfokhennen. 'Ik denk overigens dat uitbreiden niet veel zin meer heeft. Je ziet momenteel, onder meer door allerlei rechten die de productie beperken en door stallenbouwverboden, dat de productie langzaam maar zeker achteruitgaat. Ik denk dat alle sectoren de komende jaren zullen krimpen. Hopelijk blijven de eierprijzen op niveau.'

Aan de technische resultaten ligt het bij Bouw in ieder geval niet. De hennen zitten in een koloniehuisvestingssysteem van Big Dutchman. Alles wordt aangestuurd door een Fancom-computerbesturingssysteem. 'Koloniehuisvesting zorgt voor minder darmproblemen, minder ziektes, een scherpere voerconversie (gemiddeld 1.98), een lagere uitval (gemiddeld 4,5 procent) en minder stof- en ammoniakproductie.'

Twee rassen

Een deel van de kuikens komt van broederij Ter Heerdt, namelijk de Lohmann Brown Lite. Een ander deel komt van Verbeek Broederij en Opfok waarbij het gaat om de Novogen Brown Light. 'Ik laat mijn keuze dus niet afhangen van de keuze van de broederij voor een hen, maar kies zelf. Deze twee types hennen voelen zich thuis in een koloniehuisvestingssysteem.'

Het oudste koloniehuisvestingssysteem van Big Dutchman ziet er na elf jaar nog prima uit volgens de ondernemer. 'Ik zie koloniehuisvesting als het huisvestingssysteem van de toekomst. Elke kooi is 6,5 vierkante meter groot en bevat zo'n zestig kippen. Dit aantal zorgt ervoor dat er snel een pikorde is in de groep en dus rust. Voor het welzijn van de dieren is dit prettig. Op de scharrelmat in het systeem wordt regelmatig vers strooisel gedaan.'

86 weken

De Lohmann Brown Lite legt gemiddeld per ronde 398 eieren per opgehokte hen op 86 weken. De Novogen Brown Light legt gemiddeld per ronde 396 eieren per opgehokte hen op 86 weken. 'Dat is net iets meer dan de Duitse legkalender aangeeft. Ik houd mijn hennen aan tot 85 of 86 weken. Verse eieren worden dagelijks bij onze klanten afgeleverd.'

Bouw heeft drie vaste medewerkers, twee fulltime en één parttime, in dienst en zijn vrouw Melanda doet het grootste deel van de administratie. 'Of een of meerdere van onze drie kinderen het over gaan nemen, dat zou zomaar kunnen, maar dat weten we niet.'