Weidevogelbehoud mag in Overijssel wat kosten

De commissie Landbouw en Natuur van de Provinciale Staten sprak woensdag over het Actieplan akker- en weidevogels van provincie Overijssel. Met het plan wil de provincie minimaal het huidige aantal weidevogels behouden en in kerngebieden verdubbelen.

Verschillende partijen vinden dat het nog wel wat ambitieuzer mag. CDA-Statenlid Marco van der Vegte gaat daar een voorstel voor doen en wil ook zorgen voor meer geld, bovenop het al beschikbare bedrag vanuit de provincie.

• Lees ook: Schouten maakt geld vrij voor weidevogelbeheer

Andere partijen zijn het met het CDA eens dat er meer nodig is, waaronder D66, ChristenUnie, SGP en PvdA. SGP-Statenlid Gert Harm ten Bolscher: 'Er wordt gesproken over een tandje erbij, anderen hebben het over een tand erbij. Wat ons betreft mag er wel een tandwiel bij. Het gaat echt richting 12 uur. We moeten wat gaan doen.'

Ernstige situatie

Volgens Marco van der Vegte laat het actieplan goed de ernst van de situatie zien. 'Als we niks doen gaat de landelijke gruttopopulatie terug van 34.000 naar 1.200 broedparen. Ronduit dramatisch. We hebben twijfels of we de achteruitgang met dit plan kunnen stoppen. Als het gaat om de teruggang van de weidevogels wijzen alle partijen in het landelijk gebied naar elkaar. Dat blokkeert de samenwerking.'

Een beperkende factor is volgens hem de beperkte bereidheid onder boeren om wat aan de weidevogelstand te doen. Hij ziet graag dat boeren worden beloond als ze aan weidevogelbeheer doen, door bijvoorbeeld de mogelijkheid om extra grond te verkrijgen, pachtverlagingen, premies op melk en renteverlaging bij de bank. Hij wijst daarbij op het project 'Land van Waarde' waar dat soort beloningen wel zorgen voor een grotere deelname.

Predatiebeheer heikel punt

Predatiebeheer blijft een heikel punt in de Provinciale Staten. Gerrit Nieuwenhuis sprak de commissie toe over het probleem, namens weidevogelboeren uit het Liederbroek. Onderzoek in het gebied maakt duidelijk dat de predatiedruk van de nesten is gestegen tot 80 procent. Voor handhaving van de weidevogelstand mag deze niet hoger zijn dan 20 procent.'

Nieuwenhuis: 'Alleen met meer en ruimere ontheffingen is het mogelijk om de predatiedruk rond de natuurlijke 20 procent te brengen. Pas dan zullen alle financiële middelen, maatregelen en inzet van betrokkenen zinvol zijn.'