Demoproef toont wisselend effect variabel planten

Van Iperen heeft vanwege de Aardappeldemodag een demoproef met het variabel planten van consumptieaardappelen laten uitvoeren bij de WUR-proeflocatie in Westmaas. De demo is onderdeel van het precisieproject TT+ (tien ton plus) waarbij de toeleverancier streeft naar een beter teeltrendement met hulp van precisietechnieken.

Bij de rondgang met zo'n tachtig jonge aardappeltelers gaven de teeltadviseurs Joris van den Heuvel en Gerben van Dueren den Hollander van Van Iperen een toelichting op de eerste resultaten. Zij vertellen dat via open data in de vorm van satellietbeelden en bodemkaarten het proefperceel op basis van afslibbaarheid is ingedeeld in secties met hoge en lage potentie.

Carlita

Het gebruikte proefras is de vroege consumptieaardappel Carlita. Standaard is de plantafstand 38 centimeter. In de variabele objecten is op 42 centimeter gepoot bij een lage potentie en op 33 centimeter bij een hoge potentie.

Uit de resultaten van de eerste proefrooiingen blijkt dat als de potentie laag is, het variabel planten niet direct extra tonnen per hectare oplevert. 'Wel is de maatverdeling beter bij het gebruik van minder pootgoed in dit geval. Het aandeel 60 millimeter opwaarts is aanzienlijk groter', vertelt Van den Heuvel.

Bij de secties met hoge potentie heeft het planten op een nauwere afstand geen positief effect. In de variabele objecten blijven de opbrengsten steken op 38 ton per hectare en dat is 7 ton minder dan standaard. Het aantal knollen per strekkende meter is met twintig ten opzichte van zestien wel groter.

Overmatige neerslag

Van Dueren den Hollander benadrukt dat het een demoproef is en dat in het voorjaar op het proefperceel de omstandigheden ongunstig waren vanwege overmatige neerslag. 'We blijven het concept TT+ verder ontwikkelen. Door toepassingen te variëren, streven we naar een optimale teelt met betere financiële resultaten.'