Verzilting wordt groter probleem door watertekort

De zoutconcentratie in de Rijn-Maasmonding bij de Noordzee is toegenomen. Dit komt door lage afvoer van de Rijn en verhoging van de zeewaterstand en zorgt voor verzilting van de monding van de Hollandse IJssel en de Nieuwe Maas. Ook het water van de Rijn dat Nederland bij Lobith binnenstroomt wordt zouter, omdat dezelfde hoeveelheid zout door minder water wordt meegevoerd.

In het IJsselmeer worden lokaal verhoogde gehaltes zout gemeten. Dat zoute water bereikt het meer bijvoorbeeld door de sluizen in de Afsluitdijk. Om het verzilte water daar weg te krijgen, is er bij de sluizen bij Kornwerderzand en Den Oever water gespuid en weggepompt. Dat blijft de komende tijd gebeuren.

Vanwege geplande werkzaamheden aan de zeesluis in IJmuiden plaatst Rijkswaterstaat daar komend weekend twee extra bellenschermen bij de Noordersluis. Dit om het zouter worden van het Noordzeekanaal zo veel mogelijk te beperken.

Waterkwaliteit beperkt verbeterd

Hoewel de watertemperatuur de afgelopen week verder is afgenomen, is de waterkwaliteit slechts beperkt verbeterd. Er blijft sprake van veel blauwalgen, botulisme, vissterfte, negatieve zwemwateradviezen en zwemverboden.

Als gevolg van de lage waterstanden is er op diverse plaatsen een aangepast schutregime. Dat maakt wachttijden voor de scheepvaart langer. Daarnaast is er door blijvende lage waterstand - bijvoorbeeld op de Waal en IJssel - op veel plaatsen minder vaardiepte beschikbaar. Hierdoor kunnen schepen minder lading vervoeren.

Het ministerie constateert dat er nog altijd meer water nodig is dan er door rivieren en regen wordt aangevuld. De meeste maatregelen blijven dan ook van kracht.