Droogtehulp in Europa: veel woorden, weinig daden

In Duitsland, waar vooral het noorden en het oosten zwaar getroffen zijn, komt er nog geen financiële hulp van de overheid. Een ingelaste droogtetop in Berlijn eindigde maandag zonder concrete besluiten.

Het landelijke ministerie van Landbouw overlegde net als enkele weken geleden met vertegenwoordigers van alle Duitse deelstaten. Op tafel lagen voorlopige ramingen van de schade die door overheidsinstanties nu geraamd wordt op meer dan een miljard euro. Desondanks liet het ministerie van Landbouw na afloop weten dat nog geen beslissing genomen kan worden over financiële steun.

Onvrede

Landbouwminister Julia Klöckner houdt vast aan haar eis dat eerst de definitieve oogstraming voor heel Duitsland bekend moet zijn. Dat wordt op zijn vroegst eind volgende week. Onder de boeren groeit de onvrede over de afwachtende houding van de bewindsvrouw.

Ook de vertegenwoordigers van de deelstaten lieten kritische reacties horen. 'Dat er in deze situatie geen helder signaal uit Berlijn komt, is teleurstellend', zei landbouwminister Till Backhaus van Mecklenburg-Vorpommern.

Vorige week leverden zijn ambtenaren alle gevraagde gegevens aan de regering in Berlijn. 'Ik had gehoopt dat nu een beslissing genomen kon worden. Nog langer wachten kan de doodsteek zijn voor bedrijven in acute financiële nood', reageerde Backhaus.

50 procent

De landbouwminister van Mecklenburg-Vorpommern hoopt tot een regeling te komen waarbij ondernemers 50 procent van de droogteschade door de overheid vergoed krijgen. In bijzondere gevallen zou dat opgetrokken kunnen worden tot 80 procent. Daarover had hij contact met zijn collega's van andere zwaar getroffen deelstaten.

'Wij houden vast aan onze dienstregeling: pas wanneer er concrete en betrouwbare cijfers zijn, kan een definitieve beslissing genomen worden over hulp door de landelijke overheid. En dat is op zijn vroegst volgende week', verwoordde landbouwstaatssecretaris Hermann Onko Aeikens kort en bondig het standpunt van de Bondsregering.

België

Ook in België zetten boeren- en tuindersorganisaties in op een financiële tegemoetkoming door de overheid. Maar daarvoor is nog geen toezegging binnen. Eerst moet de erkenning als 'landbouwramp' worden gegeven.

Het Belgische weerinstituut KMI onderzoekt al enige tijd of de voorwaarden daarvoor vervuld zijn. Bij een positief advies kan de Vlaamse deelregering besluiten tot een formele erkenning als ramp.
'Dat zal nodig zijn, want heel wat bedrijven hebben extra kosten gemaakt om de schade te beperken en de veesector staat voor een winter met hogere voederkosten', benadrukt voorzitter Sonja De Becker van de Vlaamse Boerenbond.

Schattingscommissies

Haar organisatie vroeg al wel aan de gemeenten om de schattingscommissies operationeel te maken. Die vervullen een belangrijke rol bij eventuele toekenning van een tegemoetkoming.

De Boerenbond wist de afgelopen weken provinciaal bestuurders ervan te overtuigen dat beregeningsverboden voor boeren en tuinders fataal zouden zijn. Maar maatregelen waarvoor Europese toestemming nodig is, wachten net als in Nederland op groen licht van EU-landbouwcommissaris Phil Hogan. Die maakt geen haast. Onderbezetting door de vakantieperiode en het nauwgezet volgen van ambtelijke regels remmen de besluitvorming.

Frankrijk

Namens de boeren van zijn land heeft de Franse Europarlementariër Michel Dantin de Brusselse bureaucratie tot spoed gemaand. Hij is lid van de landbouwcommissie van het Europees Parlement en schreef deze maand al twee brieven aan Hogan. Daarin zegt hij dat er meer gedaan moet worden voor de boeren.

In Frankrijk is er tevredenheid over de mogelijkheid om al vanaf half oktober EU-toeslagen uit te betalen. Maar de aanvragen voor versoepeling van de regels rond vergroening en graslandvernieuwing liggen te verstoffen op de Brusselse burelen. Hogan zou dat niet moeten accepteren, maar tot het uiterste gebruik moeten maken van zijn bevoegdheden, schrijft Dantin.

Gezamenlijke brief

Eenzelfde boodschap klinkt in een gezamenlijke brief van landbouworganisaties uit Denemarken, Zweden, Finland, Estland, Letland en Litouwen aan Hogan. Zij dringen aan op snelle maatregelen. Tegelijk vragen ze om vooruit te kijken en het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) aan te passen. 'Het GLB moet ingericht worden op dit soort situaties. Dat is beter dan er elke keer met ad-hocmaatregelen proberen er een mouw aan te passen.'