Volop perspectief voor handel in pootgoed

'Wereldwijd levert de Nederlandse pootgoedsector een bijdrage aan de optimalisering van de aardappelteelt. Dat levert ons mondiaal een sterke positie op', stelt directeur Robert Graveland van HZPC Research.

De veredelingsspecialist sprak deze week met onder meer directeur Jan van Hoogen van Agrico op het symposium Potatoes Go Wild 2018 over de toekomstgerichte aardappelteelt. Dit was een onderdeel van de Bildtse Aardappelweken en werd gehouden op het akkerbouwbedrijf van maatschap Hoogterp in Sint Jacobiparochie.

Vierde voedingsgewas

Van Hoogen en Graveland verwijzen beiden in hun inleiding over het perspectief van de pootgoedteelt naar de toenemende populariteit van de aardappel. 'We houden ons bezig met een voedzaam gewas dat weinig input vraagt en wereldwijd is uitgegroeid tot vierde voedingsgewas', aldus Graveland.

Van Hoogen vertelt dat de wereldwijde productie van pootgoed 33 miljoen ton bedraagt en dat Nederland daarvan 1 miljoen ton voor zijn rekening neemt. De meeste landen telen poters voor eigen gebruik, terwijl Nederland het pootgoed exporteert naar zo'n negentig landen.

Sterke punten

'Onze sterke punten zijn de goede rassen en de logistiek om het pootgoed naar verre bestemmingen te verschepen', zegt de directeur van Agrico. In de afzet ziet hij een toenemende behoefte aan goed uitgangsmateriaal bij vooral de fritesindustrie.

Het areaal aardappelen voor verse consumptie daalt in Europa en is stabiel op de overzeese exportmarkten. De handel in rassenlicenties naar landen die geen pootgoed mogen afnemen, wordt steeds belangrijker voor bedrijven als HZPC en Agrico.

Een aandachtspunt is volgens Van Hoogen de fytosanitaire kwetsbaarheid. Hij omschrijft de aardappel als ziektegevoelig en noemt het een uitdaging om steeds weer gezond pootgoed te kunnen verkopen.

Bescherming licentierassen

'Daarnaast zijn we altijd afhankelijk van de politieke situatie in de landen waarmee we zaken doen. Het is van belang om in de handel betaald te krijgen waar we recht op hebben. Goede internationale regelgeving over de bescherming van onze licentierassen is daarom van groot belang.'

Over de concurrentie van andere Europese landen die ook pootgoed telen, maakt de directeur van Agrico zich geen grote zorgen. 'Wij hebben nog steeds een behoorlijke voorsprong vanwege onze kennis en goede infrastructuur. Het is wel noodzakelijk dat we ons kwaliteitsniveau op peil houden.'

Productieverliezen

Het doel van de veredeling is volgens Graveland om in de teelt een hogere efficiëntie te realiseren. Volgens hem wordt de werkelijke potentie van het aardappelgewas nog maar voor een klein deel gebruikt. 'Ziekte, stress en droogte zorgen voor productieverliezen en daarvoor proberen we in de veredeling oplossingen te vinden.'

HZPC geeft de voorkeur aan klassieke veredelingsmethoden vanwege de genetische variatie en de controle op de eigenschappen. 'Meer kennis van DNA en de nieuwe technieken helpen ons om het veredelingsproces te versnellen. Wij volgen daarom vooral de ontwikkeling om aardappelen vanuit zaad te veredelen en te vermeerderen.'

Belemmering

Crispr-Cas is volgens de directeur van HZPC Research vooral interessant voor de resistentieveredeling. 'We zouden deze techniek graag wereldwijd willen toepassen. Jammer dat de Europese wetgeving dit nu nog belemmert.'