'Grote gevolgen door nieuwe RAV'

Dat stelt ZLTO-portefeuillehouder Ruimtelijke Ontwikkeling Janus Scheepers in een brief aan staatssecretaris Stientje van Veldhoven van Infrastructuur en Milieu.

De overheid wil de Regeling geurhinder en veehouderij (RGV) en Regeling ammoniak en veehouderij (RAV) aanpassen, op basis van de uitkomsten van een onderzoek van Wageningen University & Research naar het functioneren van combiluchtwassers.

'Vrijwel enige systeem'

Scheepers: 'In het werkgebied van ZLTO worden veel combiluchtwassers toegepast. De provincie Noord-Brabant en gemeenten hebben veehouders gestimuleerd om te investeren in deze techniek, omdat die ook fijnstof en geur reduceert. In het kader van de Brabantse stikstofverordening is het voor varkenshouders zelfs bijna het enige systeem dat ze kunnen kiezen.'

De geplande wijziging van de geur- en ammoniakfactoren zal volgens Scheepers ook veel andere bedrijven in Brabant beperken. 'De provincie hanteert normen voor de achtergrondbelasting bij elke wijziging in de vergunning of bestemming', zegt hij.

'Consequentie van het doorvoeren van de berekende verlaging, is dat de achtergrondnorm bij veel meer geurgevoelige objecten en gebieden wordt overschreden. Gevolg is dat in veel situaties niets meer kan, of dat de mogelijkheden sterk worden beperkt, terwijl aan de feitelijke situatie niets verandert.'

• Lees ook: Varkenssector tegen normen combiluchtwassers

Achtergrondbelasting

Daarnaast wijst ZLTO de staatssecretaris op het feit dat de achtergrondbelasting een rol speelt bij het tot stand komen van de gemeentelijke geurnormen.

Scheepers: 'We vrezen dat de normen in een aantal gemeenten verder worden aangescherpt, ook in gebieden waar nauwelijks overlast en klachten zijn. Onze ervaring tot nu toe is namelijk dat veel gemeenten hun normen baseren op worstcasescenario's.'

ZLTO wil niet dat alle veehouders en combiwassers over één kam worden geschoren. 'Voor bedrijven die minder geur uitstoten door lagere bronemissies, of omdat de luchtwasser goed wordt toegepast en onderhouden, moet meer ruimte komen. Daarnaast vinden we het belangrijk dat er wordt geëxperimenteerd met vergunningverlening gebaseerd op daadwerkelijke emissies. Nieuwe technologieën zoals sensoren helpen daarbij.'