Vooral jonge boeren voor heffing BO Akkerbouw

Over de machtigingen die inmiddels zijn afgegeven, zegt directeur Matthé Elema van BO Akkerbouw dat het te vroeg is om percentages te noemen van akkerbouwers die wel of niet meewerken. 'Het valt zeker niet tegen, maar we zouden natuurlijk graag zien dat alle akkerbouwers direct toegang verlenen tot hun gegevens.'

Akkerbouwers kunnen BO Akkerbouw machtigen via de Gecombineerde opgave. Hiermee voldoen zij aan de verplichting tot registratie en gegevensverstrekking voor het collectieve sectoronderzoek, waarvoor een verbindendverklaring geldt.

Drie groepen

Volgens Elema zijn akkerbouwers voor wat betreft hun medewerking aan het collectief onderzoek grofweg in drie categorieën in te delen. 'Een belangrijk deel maakt gebruik van de machtiging en benut de korting op de eindafrekening. Daarnaast is er een groep die wel het onderzoek steunt, maar niet rechtstreeks zijn gegevens beschikbaar wil stellen. Zij kunnen via onze website hun bijdrage vaststellen.

'Tot slot zijn er de tegenstanders van collectieve activiteiten. Ook deze groep is verplicht om te betalen, maar de heffing is wat omslachtiger.'

Elema noemt het opvallend dat vooral jonge akkerbouwers weinig moeite hebben met de machtiging voor het collectieve onderzoek. 'In discussies via sociale media zien we dat de jonge generatie helder inziet wat de essentie is van goed onderzoek voor de akkerbouwsector.'

Doeko van 't Westeinde is namens NAJK portefeuillehouder akkerbouw en zelf akkerbouwer in Nieuwe Schans. Hij is blij met de constatering dat veel jongere akkerbouwers willen meewerken aan de machtiging voor BO Akkerbouw.

Belang jongeren

'Binnen NAJK hebben we daar zoveel mogelijk op aangestuurd. Als jonge ondernemers begrijpen we dat innovatie en onderzoek op de lange termijn bepalend zijn voor onze marktpositie. We zien dat omringende landen, zoals met name Duitsland, op dit moment veel meer investeren in de ontwikkelingen van de akkerbouwsector.'

Volgens Van 't Westeinde zijn de bijdragen voor het gezamenlijk onderzoeksprogramma goed te overzien. Verder noemt hij het stimuleren van onafhankelijk onderzoek in de regio als een belangrijk voordeel. 'Dit kunnen we met eigen inbreng van dichtbij volgen en de resultaten zijn direct beschikbaar voor iedereen in de sector.'