Nieuwe phytophthora-klonen breiden verder uit

Dat blijkt uit de resultaten van de monitoring van phytophthora-aantastingen vanuit het Europese netwerk EuroBlight tijdens het teeltseizoen 2017. Het aandeel EU 37 in de monsters van EuroBlight steeg van 5,5 naar 14,4 procent. Van de onderzochte vlekken bleek 8,8 procent veroorzaakt door de kloon EU 36, dat was vorig jaar nog 3,7 procent.

Voor de monitoring verzamelt EuroBlight jaarlijks zo'n 1.500 monsters uit zestien Europese landen. Doel van het Europese netwerk van agrochemische bedrijven, handelshuizen en onderzoeksinstellingen is het verzamelen van informatie voor een efficiënte bestrijding van phytophthora.

Zetmeelaardappelen

De kloon EU 36 is in 2015 voor het eerst vastgesteld in zetmeelaardappelen in Nederland en Duitsland. De afgelopen jaren heeft deze nieuwe fysio van phytophthora zich verspreid in de richting van in elk geval België en Noord-Frankrijk.

Na een eerste detectie zo'n vijf jaar geleden in de Noordoostpolder bleek met name in 2016 het aandeel EU 37 in de monitoring behoorlijk toe te nemen. Naast Nederland, België en Noord-Frankrijk wordt deze kloon inmiddels ook gevonden in Engeland, Polen en Slovenië.

Volgens deskundigen heeft de verspreiding van EU 37 onder meer te maken met de verminderde gevoeligheid voor fungiciden op basis van de werkzame stof fluazinam. In Nederland gaat het hierbij met name om het middel Shirlan.

Scandinavië

Van een andere nieuwe kloon, de EU 41, nam het aandeel afgelopen teeltseizoen toe tot 4,5 procent. Deze genetische variant van de aardappelschimmel wordt vooral vastgesteld in monsters afkomstig uit Scandinavische landen en Noord-Polen.

Van de meest voorkomende fysio's van phytophthora daalde het aandeel van EU 13 (voorheen Blue 13) van 31 naar 19 procent. Het aandeel EU 6 (voorheen Pink 6) bleef stabiel op zo'n 23 procent.

In de monitoring van EuroBlight is zo'n 75 procent van de phytophthora-vlekken te detecteren als bekende klonale lijnen. De groep overigen, met niet gedetecteerde klonen, varieert jaarlijks van 20 tot 30 procent. Veelal zijn deze varianten het product van de geslachtelijk vermeerdering van de phytophthora-schimmel.