Via precisiebemesting naar circulaire landbouw
Provincie Zuid-Holland stimuleert melkveehouders in het veenweidegebied hun mest emissiearmer en preciezer toe te dienen. Via het project Precisiebemesting moeten in twee jaar 1.200 Zuid-Hollandse boeren en telers over op precisiebemesting.
Zo'n twintig melkveehouders verdiepten zich eind februari in het Utrechtse Zegveld in de eigenschappen van de meststoffen en het effect op het vee, samen met meststoffenaanbieders De Samenwerking en Agrifirm, het NMI, Eurofins en projectleider Wim de Hoop van het Kennis Center voor Groene Groei.
'De provincie streeft naar circulaire grondgebonden bedrijven in 2030. Daarom is het tijd voor precisiebemesting, ook op grasland', stelt De Hoop.
Door de mest op het juiste moment bij de wortel te brengen, worden nutriënten zo efficiënt mogelijk gebruikt. Emissie wordt geminimaliseerd, de kwaliteit van de kuil wordt beter en het organischestofgehalte in de bodem wordt op peil gebracht. Dat is de gedachte achter precisiebemesting op grasland.
Tijdstip van toedienen is belangrijker dan de meststof
Problemen
Hoewel de melkveehouders de mest met grote zorg aanwenden, gaat het volgens de meststoffenleveranciers nog wel eens mis. Er wordt te vroeg gereden, dan is het land nog te koud en nat. Ook de techniek is soms niet optimaal, bijvoorbeeld als de loonwerker met een volle tank vloeibare meststof over het kwetsbare veenperceel rijdt. De melkveehouders in de zaal herkenden de problemen.
Jacco Kastelijn zette zijn ervaringen uiteen voor zijn collega's. 'Ik streef naar een vlak ureumgehalte in de kuil. Dat is nodig voor gezond vee en pieken in dat gehalte kosten geld. Ik ging op zoek naar oplossingen aan de bemestingskant en stapte van KAS over op vloeibare mest. Ik zorgde ervoor dat de loonwerker geen extra zwavel toevoegde, want dat is in het veenweidegebied helemaal niet nodig en bovendien zorgt die extra zwavel voor bodemdaling.'
Urean
Kastelijn was nog niet tevreden met de opbrengst en liet het jaar erop urean toedienen met het spaakwiel. 'Dat werkte mooi, ook onder natte omstandigheden. Maar het gaf niet het gewenste resultaat in de kuil.'
Uiteindelijk bestelde de melkveehouder ureumkorrels en liet die met een dubbelschijfprecisiebemester opbrengen. 'Het leek erop dat er langs de slootkant geen korrels kwamen. Aangezien ik lange, smalle percelen heb, zou dat niet erg efficiënt zijn.'
Emmers
Met emmers controleerde Kastelijn het strooibeeld en de strooier bleek inderdaad niet goed. Ontevreden met dit strooibeeld, schakelde hij weer over op vloeibare mest.
'Misschien dat ik iets minder grasgroei zie, maar dat verdien ik weer terug doordat ik nu wel die extra meters meeneem. Dit is de oplossing als je een loonwerker hebt die de tijd voor je neemt. Eigenlijk zoek ik nu nog een goede, simpele machine.'
Weinig verschillen
Volgens Wim Bussink, senior projectmanager bij het NMI, maakt het niet uit of de strooier de slootkant ook goed bereikt. 'Op het oog is het misschien anders, maar voor het saldo maakt het niet uit.' Maar dat werd door verschillende aanwezigen als 'te theoretisch' afgedaan.
Meststoffeninkoper Dirk van 't Riet van De Samenwerking haakte daar even later fijntjes op in: 'Wij hebben wel proeven gedaan hier in Zegveld op het veen. We zien heel weinig verschillen tussen de opbrengsten, of er nu KAS of urean wordt gebruikt. Belangrijker is het tijdstip waarop de mest wordt toegediend.'
Unaniem eens
De sprekers waren het daar unaniem over eens. Pas beginnen met drijfmest als de grond begaanbaar is en kunstmest toevoegen als de temperatuur oploopt. 'Dus zorgen dat het gewas mest krijgt als de groei begint', aldus Van 't Riet.
De Samenwerking en Agrifirm stellen dat de keuze tussen vloeibare kunstmest of korrels een kwestie van voorkeur van de melkveehouder is.
Kaarten
Alie Hissink van monsterverwerker Eurofins liet de melkveehouders zien dat ze met de BodemScan nauwkeurige beelden van het perceel kunnen laten maken met behulp van satellietbeelden en monsters. Uit de gekleurde kaarten is vervolgens op te maken of het perceel slechte plekken heeft en eventueel is er een precies bemestingsadvies aan te koppelen. Aansluitend legde ze uit wat allemaal uit de monsteruitslagen is te halen en hoe aan de hand van de uitslagen een bemestingsstrategie is te bepalen.
'We zoeken naar optimale sturing', aldus De Hoop. Hij noemde een voorbeeld van een melkveehouder met een ureummeter op zijn melkmachine. Op die meter was te zien dat in de zomer sterke schommelingen in het gehalte voorkwamen. 'Zo blijkt maar weer dat de koe eigenlijk het beste laboratorium is.'
Bekijk meer over:
Lees ook
Marktprijzen
Meer marktprijzen
Laatste nieuws
Nieuwste video's
Kennispartners
Meest gelezen
Nieuw op MechanisatieMarkt.nl
-
Kuhn GA6000 hark
2000, P.O.A.
-
781
Gebruikt, € 4.000
-
Case IH PUMA 160 CVX
2014, P.O.A.
-
Pottinger Silo Profi L2 Profimatic
1999, € 14.500
Vacatures
Onderzoeksassistent maisteelt
Wageningen University & Research - Lelystad
Docent veehouderij
Landstede MBO - Raalte
Meewerkend bedrijfsleider (m/v) op een modern en ondernemend melkschapenbedrijf
ATT Agro - Den Burg, Texel
Bestuurslid met voorzitterskwaliteiten
Coöperatie Natuurrijk Limburg - NL
Weer
-
Vrijdag6° / 0°85 %
-
Zaterdag4° / 0°90 %
-
Zondag15° / 6°85 %