Recordoogst aardappelen Noordwest-Europa

Alle NEPG-landen (North-Western European Potato Growers) hebben hun eindcijfers voor de aardappeloogst gepubliceerd. Het gaat om vijf landen: België, Duitsland, Frankrijk, Nederland en Groot-Brittannië. Voor de uiteindelijke aardappelopbrengst in Noordwest-Europa was het wachten op Groot-Brittannië met een opbrengst van 5,243 miljoen ton. Dit is 14,4 procent meer dan vorig seizoen.

In Nederland gaat het dit jaar om een opbrengst van 4,078 miljoen ton, ruim 21 procent meer dan in de 3,363 miljoen ton in 2016. Het vijfjarig gemiddelde ligt in Nederland op 3,613 miljoen ton.

Verlies 5 procent

Als gevolg van te natte rooiomstandigheden in combinatie met de zeer lage aardappelprijzen, hebben diverse telers besloten om probleempercelen niet te rooien. Tevens worden in alle landen diverse problemen gemeld in de opslag vanwege onder andere rot en andere bewaarproblemen.

Deze twee componenten bij elkaar opgeteld schat de NEPG het verlies op circa 5 procent. Vanwege een gemiddeld lager droge stofgehalte hebben de verwerkers meer grondstof per kilo eindproduct nodig. Lage aardappelprijzen stimuleren niet alleen de export van verse consumptieaardappelen, maar scheppen ook extra mogelijkheden voor de diverse aardappeleindproducten.

Vraag en aanbod

Ondanks een toename van de vraag van de verwerkende industrie in de laatste 5 jaar van ruim 13 procent tot 15.244.900 ton jaarlijks, is de verwachting dat de huidige (te) grote oogst een gezonde balans tussen vraag en aanbod voorlopig in de weg zal staan, alhoewel de lente maanden onberekenbaar kunnen zijn.

Dit seizoen is er in de NEPG-landen 5,5 procent meer uitgeplant. Tezamen met in alle landen een gemiddeld hogere opbrengst, resulteert dit in een lage marktprijs, ver onder de kostprijs voor de telers. De NEPG verwacht dat de voor de telers zwaar tegenvallende financiële resultaten van deze oogst, meegewogen zullen worden in het telersbesluit aangaande hun aardappelareaal voor komend seizoen.