Rabobank: vraag naar melk blijft groot

Dat stelt Rabobank in haar kwartaalbericht Zuivel over het tweede kwartaal van 2017. Het prijsverschil tussen botervet en eiwit loopt steeds verder op, van 2.100 euro per ton in januari tot 3.000 euro begin juni. Op dat moment werd 5.800 euro voor een ton boter betaald.

Zowel de Europese als Amerikaanse vraag naar melkvet stijgt naar verwachting in de tweede helft van 2017 met respectievelijk 1,5 en 1 procent ten opzichte van dezelfde periode in 2016.

Ondernemers kunnen op korte termijn aan de vraag naar boter inspelen door het rantsoen aan te passen op meer vetrijke melk. Op termijn is ook een fokkerijomslag nodig, verwachten de Rabo-analysten. Bij de beperking op het aantal koeien wordt met een hoger vetpercentage de waarde van een kilo melk geoptimaliseerd.

Markt China

Voor de tweede helft van 2017 verwacht de Rabobank een sterke importgroei vanuit China. In dat land wordt dit jaar slechts 1,2 procent meer melk geproduceerd dan in 2016. Vanwege het tekort aan melkproducten verwacht de Rabobank dat China in de tweede helft van 2017 33 procent meer melk importeert dan in de tweede helft van 2016.

Door de reducerende maatregelen zal de Nederlandse melkveehouderij minder meebewegen met de wereldwijde productieschommelingen. Volgens de Rabo-analisten krijgt het fosfaatrechtenstelsel dat volgend jaar ingaat steeds meer vorm, zeker nu de Eerste Kamer de fosfaatwet heeft aangenomen.

Fosfaatrechten

Het valt op dat er voor fosfaatrechten en gve-referenties hoge noteringen worden gemeld. Dit bevreemdt de analisten, omdat de Rabobank nog geen fosfaatrechten financiert.

De hoge noteringen voor fosfaatrechten hebben gevolgen voor de kopende partijen. Rabobank adviseert kopers daarom goed te overwegen of de laatst gekochte koe nog wel geld kan opleveren, rekening houdend met de kosten voor voer, mest en arbeid.

Overigens verwacht Rabobank dat er de komende jaren voldoende rechten zullen vrijkomen, omdat er bedrijven stoppen. Dit zal echter niet begin 2018 gebeuren.