Rusthoeve blijft biobased-testlocatie

Ook dit jaar weer staan in de biobased-tuin van proefboerderij Rusthoeve in Colijnsplaat op 1,5 hectare zo'n tachtig gewassen die mogelijk geschikt zijn voor biobased-doeleinden. 'De gewassen staan hier voor onderzoek, maar vooral voor inspiratie van onze bezoekers', vertelt Cor van Oers van Delphy.

Van Oers vergelijkt de functie van de biobased-tuin met die van een kraamkamer. 'Wij willen zoveel mogelijk betrokken partijen hiernaartoe halen om ideeën op te doen. Uiteindelijk moet dat leiden tot interessante businesscases.'

Drie jaar

Van Oers was vanaf 2014 projectleider van 'Biobased Innovations Garden Rusthoeve' (BIGR). De komende drie jaar vervult hij deze functie voor het nieuwe project 'Growing a green future'.

BIGR is een initiatief van proefboerderij Rusthoeve en Delphy. In het onderzoek naar kansen en mogelijkheden voor biobased-toepassingen is er een samenwerking met meerdere onderzoeksinstellingen en ZLTO. Het project werd van 2014 tot en met 2016 gefinancierd vanuit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en ondersteund door onder meer Rabobank en provincie Zeeland.

Productie van vetzuren

De behoefte aan één proeflocatie voor biobased-initiatieven was aanleiding voor het project. 'We hebben ons beziggehouden met het raffineren van gewassen voor de productie van vetzuren en bouwmaterialen en het winnen van stoffen die interessant zijn voor groene gewasbescherming', vertelt Van Oers.

'In onze aanpak staat de toepassing centraal. Daarbij zoeken we vervolgens geschikte gewassen en verwerkingsprocessen via inspiratiesessies, factanalyses en waar nodig aanvullend onderzoek.'

Netwerk

Het belangrijkste resultaat van het afgesloten project noemt Van Oers het netwerk dat is ontstaan rond biobased-vraagstukken. 'We hebben nu een concept om potentiële toepassingen uit te werken en daarvoor wetenschappers, verwerkers en gewastelers bij elkaar te brengen.'

In de biobased-tuin zijn vanaf 2014 meer dan honderd gewassen geteeld. Daarvan zijn zo'n dertig gewassen daadwerkelijk getest op hun waarde voor biobased-toepassingen. 'Heel concreet zijn de toepassingen van plantaardige vezels voor bouwmateriaal. Verder hebben we met hulp van een Belgische universiteit de samenstelling van vetzuren in een aantal oliehoudende gewassen in kaart gebracht.'

Samenwerking

Het nieuwe project 'Growing a green future' betreft een samenwerking tussen elf Nederlandse en Vlaamse bedrijven en instellingen. Binnen dit interregionaal Europees project wordt in afzonderlijke werkpakketten verder gewerkt aan de ontwikkeling van groene bouwmaterialen, groene biociden en hoogwaardige oliën.
'Daarnaast zoeken we een nieuwe grondstofbron voor de papierindustrie en blijven we in onze tuinen experimenteren met nieuwe gewassen en toepassingen.'

Als voorbeeld noemt de projectleider de stof purpurine die gewonnen wordt uit het gewas meekrap en in accu's het schadelijke metaal kobalt kan vervangen. Of de teelt van paardenbloemen voor de productie rubber.

Europees geld

Het project 'Growing a green future' heeft een looptijd van drie jaar tot eind 2019. Naast Colijnsplaat is het de bedoeling dat ook op onderzoekslocaties in Vlaanderen en in Oost-Nederland biobased-tuinen worden aangelegd. Ook dit project draait voor een groot deel op Europees geld. Per deelproject wordt aansluitend gezocht naar partners voor cofinanciering.

Volgens Van Oers bieden de biobased-initiatieven kansen voor de akkerbouwsector. 'Dat varieert van het verwaarden van reststromen tot nieuwe gewassen voor het bouwplan. Ook testen wij installaties voor bioraffinage op kleine schaal. Akkerbouwers kunnen dan eventueel de verwerking van hun gewassen in eigen beheer uitvoeren.'