Nieuwe speltrassen minder ziektegevoelig

Het CCBT is het Coördinatiecentrum praktijkgericht onderzoek en voorlichting voor de biologische teelt in het Belgische Kruishoutem. Het CCBT voert zelf geen onderzoek uit. Dit gebeurt door de aangesloten proefcentra.

Twee jaar achtereen werden verschillende speltrassen getest op het proefbedrijf biologische landbouw van Inagro in Beitem, in de Belgische provincie West-Vlaanderen. De eerste rassenproef is in het seizoen 2014-2015 uitgevoerd. De opbrengst was gemiddeld zo'n 5,8 ton per hectare.

De tweede proef was een jaar later. Door de natte groeiomstandigheden in de eerste helft van 2016 waren de opbrengsten in de rassenproef biologische spel met gemiddeld 4,8 ton per hectare laag. Het gemiddeld hectolitergewicht was 38,4 kg (ongepeld).

Opdeling

De rassenproeven in 2014-2015 en 2015-2016 bevestigen grotendeels de opdeling in 'oude' en 'nieuwe' types rassen. Oudere types, zoals Oberkulmer rotkorn en Ebners rotkorn, zijn gevoelig voor onder andere gele roest. Ze zijn beperkt in opbrengstpotentie: 3 à 5 ton per hectare ongepeld.

Titan lijkt in deze categorie een positieve uitschieter. Titan is een oud type en is een vroeg ras. Titan was van de oude types het minst gevoelig voor gele roest. De opbrengst was met 4 ton per hectare dit jaar ook iets beter.

Rassen van de nieuwe types, zoals Frankenkorn, Epanis, Serenité en Zollernspelz, combineerden een lagere ziektegevoeligheid met een hoog opbrengstpotentieel. De opbrengst is 5 à 7 ton per hectare ongepeld.

Voor de rassenproef werd bij de diverse zaadhuizen het aanbod rassen voor de biologische teelt opgevraagd. In de voorbije jaren was bakspelt erg in trek. Voor biologische spelt blijft de vraag vrij stabiel.