15.000 boeren stoppen zonder opvolger

Op de meeste boerderijen met een bedrijfshoofd van 55 jaar of ouder staat geen bedrijfsopvolger klaar, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Hoe groter het bedrijf, hoe groter de kans is dat er een bedrijfsopvolger is. Maar ook de animo voor bedrijfsovername op grote bedrijven slinkt.

Bedrijfshoofd

Er waren in 2016 ruim 55.000 landbouwbedrijven, waarvan ruim 25.000 met een bedrijfshoofd van 55 jaar of ouder. Daarvan hebben er ruim tienduizend een bedrijfsopvolger, ruim 15.000 hebben dat niet.

Bedrijfsgrootte speelt een belangrijke rol bij de bedrijfsopvolging. Vooral op grote en middelgrote bedrijven is een opvolger beschikbaar, geeft het CBS aan. Van de grote bedrijven heeft 70 procent in 2016 een opvolger, van de middelgrote bedrijven is dat bijna 50 procent.

Het percentage bedrijfsopvolgers voor grote en middelgrote bedrijven zat sinds 2004 in de lift, maar is van 2012 tot 2016 iets afgenomen.

Aandeel

Het aandeel bedrijfsopvolgers nam in deze periode voor grote bedrijven iets af van 71 naar 70 procent en voor middelgrote bedrijven van 56 naar 48 procent. Van de kleine bedrijven daalde het percentage bedrijfsopvolgers van 28 naar 27 procent.

De allerkleinste bedrijven met een standaardopbrengst van maximaal 25.000 euro zijn in deze analyse buiten beschouwing gelaten. Deze groep bezit slechts 3 procent van het landbouwareaal en is verantwoordelijk voor minder dan 1 procent van de totale landbouwproductie.

Melkveebedrijf

De animo voor bedrijfsovername is het grootst onder de melkveebedrijven, weet het CBS. Op bijna twee derde van deze boerderijen met een bedrijfshoofd van 55 jaar of ouder is een bedrijfsopvolger.

Ook bij geitenhouders is de belangstelling voor bedrijfsovername groot. Voor 53 procent daarvan staat een bedrijfsopvolger klaar. De minste interesse voor bedrijfsovername is er voor schapenhouderijen en pot- en perkplantenbedrijven (18 procent).

Noord en zuid

Ruim de helft van de landbouwbedrijven in Flevoland heeft een opvolger. Voor 72 procent van de melkveehouderijen en 55 procent van de akkerbouwbedrijven staat in deze provincie een overnamekandidaat klaar.

Utrecht heeft het laagste percentage bedrijfsopvolgers in de akkerbouw (21 procent), voor melkvee is dit Zuid-Holland met 55 procent opvolgers. Landbouwbedrijven in de noordelijke provincies hebben vaker een bedrijfsopvolger dan bedrijven in de zuidelijke provincies.