'Nieuw pluimveeconcept ontstaat door blik op dierenwelzijn'

De afzet van pluimveevlees stijgt, constateert Buunk. 'Door de toename van de welvaart zijn meer mensen kip gaan eten. Kip is gezond, heeft weinig vet en is dus goed voor een vetarm dieet. Het is snel en gemakkelijk te bereiden. Ook kan iedereen ongeacht religie kip eten', zegt hij.

'De langzaam groeiende concepten maken een opmars door invloed van de publieke opinie. Een derde van de markt bestaat inmiddels uit langzaam groeiende concepten. Twee derde is nog altijd regulier en richt zich op uitstekende technische resultaten en daarmee een gunstige CO2-footprint. Doel is om met de concepten als Nederland koploper te blijven.'

Wat is de invloed van rassen op concepten?

'Bij langzaam groeiende kuikens gaat het om een compleet ander ras; het is een totaal andere kip. Het reguliere kuiken is meestal een Ross of Cobb. Hubbard heeft het grootste marktaandeel in het langzaam groeiende concept, maar Cobb en Ross hebben ook langzaam groeiende types. De groei ervan is trager, maar het gaat er wel om dat er voldoende filet wordt aangezet.

'Je hebt daarin ook weer verschillende concepten: zo is een kip met één ster van het Beter Leven-kenmerk van de Dierenbescherming 56 dagen oud. Bij de Nieuwe Standaardkip van Jumbo heeft de kip een leeftijd van ten minste 49 dagen en bij de Langzaam Groeiende Kip van Aldi is dat 47 dagen.

'De langzaam groeiende kippen verschillen dus onder andere in het aantal dagen dat de kuikens worden gehouden. Verder zijn er verschillen in de stal qua houderij, ruimte, afleidingsmateriaal, natuurlijk licht en lichtschema. Er zijn kuikens die maximaal 45 gram per dag groeien, maar ook 50 gram.'

De verschillende concepten vinden hun oorsprong op het gebied van smaak?

'De concepten zijn grotendeels ontstaan door de aandacht voor dierenwelzijn. Smaak, milieu of CO2-footprint en volksgezondheid vormden niet de aanleiding. Ook reguliere kip is een bewuste keuze. Het gangbare concept is het beste voor het milieu, de CO2-footprint. Dierenwelzijn speelt wereldwijd minder dan in West-Europa. Maar dat wil niet zeggen dat het ene concept beter is dan het andere. Het zijn beide goede concepten.'

Voeding of ras, wat is belangrijker?

'Met name het ras. Het genetische deel heeft de grootste invloed. Dit geeft de basis. Maar met voeding kun je een hoop sturen. Met voeding kun je wat er genetisch in zit uithalen.'

Levert beweging van het kuiken steviger vlees op?

'Of meer beweging steviger vlees zal geven is een hypothese. Het is mijns inziens vooral genetisch bepaald.'

Wat is het effect van voeding op smaak/kwaliteit van pluimveevlees?

'De smaak van pluimveevlees wordt met name bepaald door het aandeel vet in het vlees. Dit is voor het grootste deel genetisch bepaald.
'Met voer kan de smaak moeilijk positief worden beïnvloed, maar je kunt wel voorkomen dat dit een negatief effect heeft op de smaak.'

Moet er meer op smaak worden ingezet om meer pluimveevlees te kunnen verkopen?

'Kip is veelzijdig te gebruiken en op veel manieren te bereiden. Smaakverschillen zijn moeilijk te onderscheiden, maar eten is ook beleving. Een bepaald concept kan dat gevoel geven.'

De verschillende soorten kipconcepten vragen allemaal hun eigen voer.

'Het gaat erom het voerpakket af te stemmen op de behoefte van de kip. Daarbij moet je goed kijken wat het dier nodig heeft. Dan haal je dat er ook uit. Bij een iets lagere voeropname is er sprake van een minder grote groei. Ook is de voederconversie wat hoger. Maar de voeropname mag niet worden beperkt, dus de dieren moeten wel onbeperkt voer op kunnen nemen.

'Het gaat erom de benutting van het voer zo efficiënt mogelijk te krijgen bij de gehalten aan energie en eiwit. Bij langzamer groeiende dieren is iets meer ruwe celstof nodig. Verder bestaat het rantsoen uit minimaal 70 procent graan. Bij gangbare kip ligt dit percentage wellicht iets lager.'

Heeft een pluimveehouder met langzaam groeiende kuikens hogere kosten?

'Het voer voor langzaam groeiende dieren is iets goedkoper dan voor gangbare dieren. Er is minder behoefte aan nutriënten. De voerkosten zijn verschillend. Dit is afhankelijk van het concept en van de groeisnelheid. Deze bepalen hoeveel het voer goedkoper is.
'Daarnaast krijgen pluimveehouders met een concept met een langzamer groeiend kuiken een hogere opbrengstprijs.'

Wat adviseert u pluimveehouders?

'Kijk wat er in markt te koop is en beoordeel wat het beste bij je past: het reguliere concept of concepten met langzamer groeiende kuikens. Dat is voor pluimveehouders verschillend. Het is produceren wat de consument vraagt. Maak bewuste keuzes en niet op basis van emotie. Het reguliere concept is niet behoudender of minder vooruitstrevend dan een langzaam groeiend kuiken. Het is anders en richt zich op andere marksegmenten.'