Dassenexplosie in Drentse Westerveld

Ook volgens veehouder en campingbeheerder Johan Moes in het naburige Wapse is de overlast door dassen dit jaar dramatisch toegenomen. 'Voorheen aten ze her en der een stengel mais weg, nu zijn soms hele perceelhoeken weggevaagd.'

Op het eerste gezicht lijkt er niet veel aan de hand, vertelt Moes. 'Totdat je een perceel inloopt. Dan zie je pas wat de dieren aanrichten. Echt overal zijn stengels aangevroten en niet alleen bij mij, ook om mij heen hoor ik veel collega's klagen.'

De dassen uit het naburige natuurgebied Drents-Friese Wold komen 's-nachts bij Moes foerageren. 'Ik ben helemaal geen jager en vind het een prachtig dier, maar als er nu niet wordt ingegrepen, wordt het alleen maar erger.' Hij vindt daarom dat het beperken van de dassenpopulatie bespreekbaar moet worden gemaakt. 'Misschien is er nog geen politiek draagvlak voor, maar de ogen gaan vanzelf wel een keer open.'

Burchten

Collega-boer Arend-Jan Booij in Wapserveen heeft 13 hectare mais staan achter zijn bedrijf aan de rand van het Holtingerveld. Inmiddels is een halve hectare ervan weggevroten, schat hij in. 'Er zitten hier vijf of zes burchten omheen en ik kan er niets tegen doen.'

Booij zegt weinig te zien in de huidige schaderegeling. 'Dat hebben ze vooral erg ingewikkeld gemaakt. Je moet alleen al door twee of drie websites heen om er te komen. 'Mijn enige keus is een gedoogvergoeding aanvragen of geen mais meer telen.'

Drie kilometer verderop in Wittelte denken Hans en Yvonne Oosterhuis er ook over om te stoppen met de teelt van mais. Ze verhuren het land dan liever voor de lelieteelt. De dassen hebben het bij hen overigens ook op de grasmat voorzien en daar kunnen ze als melkveehouders helemaal niets tegen doen. 'Er moet echt wat gebeuren. We hebben inmiddels al 2 hectare schade.'

Wat die schade betreft: vorig jaar heeft Oosterhuis voor 900 euro schade gemeld, maar dat was volgens hem eigenlijk niet de moeite. 'Je ziet daar dan uiteindelijk 300 euro van terug.'

Schimmels

De melkveehouder houdt zijn hart vast voor de vervolgteelt op het maisperceel: gras. 'Als daar is geploegd heb ik de aangevroten en beschimmelde kolven in de grond zitten. Naast dat de dassen die later misschien weer opgraven, loop ik zo ook kans op allerlei schimmels in het volggewas.'

Oosterhuis staat in contact met de regionale faunabeheereenheid die maatregelen wil testen. Zij denken aan de aanleg van voederstroken bij de burchten en het bovengronds uitrijden van mest rond de maispercelen om dassen af te schrikken. 'We weten nog niet of dat wat gaat helpen. Wat ook kan is de dassen vangen en elders uitzetten. Maar wie wil die beesten hebben?' vraagt Yvonne Oosterhuis zich hardop af.

Hans en Yvonne Oosterhuis denken dat pas een echte oplossing in zicht komt als ook de burger er last van krijgt. Yvonne: 'Als er te veel zijn, moet er wat gebeuren. De dieren goed tellen, en alle schade blijven melden, is het enige wat we voorlopig kunnen doen.'