LTO: meer studie bodemdaling

Tienke Wouda‘Voor beide onderzoekslocaties lijkt het niet aannemelijk dat ongelijkmatige bodemdaling op perceelsniveau door de gaswinning wordt veroorzaakt dan wel wordtversterkt’, geven de onderzoekers van Sweco aan in het rapport.
‘Er is maar op twee enkele plekken onderzoek gedaan’, geeft Van Velde aan. ‘Op een deellocatie weten ze niet wat er aan de hand is. Dat vraagt om nader onderzoek.’
De Commissie Bodemdaling liet het onderzoek uitvoeren nadat dertien boeren rond Wittewierum meldden dat sinds 2009, toen er meer aardbevingen plaatsvonden, de ongelijkmatige dalingen van het maaiveld toenamen. Hierdoor blijft het water na regenbuien langer op de percelen staan.
Sweco deed onderzoek op twee pilotlocaties met de meest in de provincie voorkomende typen ondiepe ondergrond. In Wittewierum ging het om graspercelen op veengrond, in Rottum om akkerbouwpercelen op kleigrond.
Volgens het eerdere onderzoek van de NAM is bij Wittewierum tussen 1960 (bij de start van de gaswinning) en 2015 de bodem gelijkmatig gedaald door de gaswinning met zo’n 30 centimeter.
De totale maaivelddaling bedroeg in die periode ongeveer 45 centimeter bij Wittewierum en zo’n 29 centimeter bij Rottum. Deze extra bodemdaling van circa 15 centimeter bij Wittewierum, die van plaats van plaats kan verschillen, is volgens de Sweco-onderzoekers niet veroorzaakt door gaswinning. Het is te wijten aan natuurlijke bodemdalingsprocessen als inklinking van het veen en in het verleden uitgevoerde menselijke ingrepen als slootdempingen, drainage en begreppeling, geven ze aan.

Tiltmeters

LTO Noord Groningen stelt dat er nog te veel onduidelijk is wat er gebeurt in de onderlaag. ‘We pleiten daarom voor jarenlang onderzoek op meerdere plekken, waarbij ook gebruik wordt gemaakt van tilt- en waterspanningsmeters’, zegt Van Velde.
Ook afwijkende waarden bij NAM-meetpunten moeten beter worden onderzocht, vindt LTO Noord.