Handel mais vooralsnog rustig

Nieuws Melkvee Pieter Stokkermans 30 jul 2016 om 12:00uur

Er is vooralsnog weinig handel in nieuwe mais, signaleert Gerjan Wielink, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Handelaren in Stro, Fourages en Aanverwante Produkten (Hisfa). Ondanks de verwachte regionale misoogsten van snijmais zoeken weinig melkveehouders een alternatief product.

Pieter Stokkermans‘Een hele vervelende situatie’, stelt Leo Tjoonk, ruwvoerspecialist van Agrifirm. ‘De maiskrapte leidt sowieso tot kostprijsverhoging. Het is altijd duurder om mais aan te kopen dan zelf te telen. Zeker met de huidige melkprijs is dat niet leuk.’
Hoeveel de opbrengst minder is, vindt hij lastig in te schatten. ‘De verschillen zijn regionaal erg wisselend. Met name het zuiden is enorm getroffen. In het midden en noorden staat de mais redelijk tot goed.’
‘In het zuiden hebben de melkveehouders historisch veel mais staan’, voegt Wielink toe. ‘Vaak iets extra’s om in de loop van het seizoen te verkopen. Je ziet nu dat ze die kuilmais gaan vasthouden om zelf te voeren. Dat ze hun kuilmais niet kunnen verkopen is extra zuur. Zeker met de huidige lage melkprijs hadden de extra inkomsten door deze verkoop goed gepast.’
Op dit moment is het tam wat handel in de nieuwe oogst mais betreft. ‘Het grootste probleem is dat melkveehouders door de malaise een afwachtende houding aannemen. Ze kopen vaak alleen wat ze direct gaan voeren, en leggen zich nog niet vast. Aan de andere kant is een hoop gras gewonnen, met name in het noorden en noordoosten’, geeft Wielink aan.
In Zuidwest-Nederland is het iets drukker met de maishandel. Hier wordt historisch iets meer kuilmais vermarkt. ‘De kwaliteit was vorig jaar niet altijd even goed. De meeste goede mais is al weg. Nu is de iets mindere kwaliteit aan de beurt’, ziet Wielink.
Tjoonk verwacht dat er bedrijven zullen zijn met een voertekort. ‘Aan de andere kant zijn de grasopbrengsten niet verkeerd. Melkveehouders kunnen een deel van het tekort opvangen door extra gras te voeren. Vooral bij laat maaien is dit structuurrijk en daarmee deels ook een vervanger voor de mais.’
Overigens ziet Wielink dat aardappelbijproducten en bierbostel, alternatieven voor mais, gretig aftrek vinden. Tjoonk ziet kansen voor granen, en vochtrijke producten, zoals Proti+ Gluco+ en Corngold. ‘Er zijn genoeg alternatieven. In principe zou zelfs stro en krachtvoer kunnen. Er is altijd een oplossing te vinden. Alles heeft zijn prijs.’