Nauwelijks opvolgers boerencampings

'Wat wij zien is dat het moeilijker wordt om campings te verkopen. Vaak willen eigenaren op de plek blijven wonen. Potentiële kopers zien dan van de koop af, omdat zij niet bij de camping kunnen wonen', stelt Kok.

Bij de financiering nemen campingeigenaren wel een hypotheek op het woonhuis, maar financieren de camping uit eigen middelen, geeft Kok aan. 'Een kleine camping is een deeltijdbedrijf. Nederland is kampioen deeltijdwerken, maar mensen zijn nog niet zo gewend om in deeltijdbedrijven te investeren.' VeKaBo telt zo'n 1.100 leden. Dat aantal daalt de laatste jaren licht.

Herkenbaar

Het beeld is zeer herkenbaar, zegt Gerard Swart, eigenaar van boerencamping De Boekel in het Noord-Hollandse Akersloot.

'Ruim twintig jaar geleden ontstonden veel boerencampings als neventak bij een kleine melkveehouderij', zegt Swart. 'Die boeren hebben de laatste jaren het agrarisch bedrijf van de hand gedaan, de koeien zijn verkocht, het land is verpacht of verkocht. De boer hield de camping als hobby en tijdverdrijf. Maar een bedrijf dat gesplitst is, valt niet meer zo goed te verkopen. Zeker omdat je met een boerencamping alleen geen boterham kunt verdienen.'

Geen financieel gewin

Een van de boeren die probeerde om zijn camping te verkopen is Riekus Weggemans uit Noord-Sleen. 'Ik heb het een seizoen geprobeerd om de boerderij en de camping te koop te zetten', vertelt hij. 'Maar vier potentiële kopers konden het financieel niet rondzetten. De makelaar zei dat de camping een negatieve bijkomstigheid was, dat mensen daar geen financieel gewin uit konden halen.'

Tot 2014 steeg het aantal overnachtingen op zijn camping, tot een bezetting van 70 tot 80 procent. Daarna liep dat aantal terug. 'Oudere mensen die altijd langkampeerden kwamen te overlijden. We krijgen wel nieuwe gasten, maar het aantal overnachtingen daalt.'

Weggemans stopt aan het einde van dit kampeerseizoen met de camping. 'We hebben besloten op deze plek te blijven wonen. Het is een prachtige omgeving.'

Lastiger

Volgens Swart is de hoge vraagprijs een van de redenen waarom boerencampings langer te koop staan. 'Mensen hebben het goed met hun agrarisch bedrijf al verkocht. De waarde van een camping is ongeveer tien keer de winst. Wanneer je een bezetting hebt van nog geen 10 procent, is de camping niet veel waard.'

Campings aan de kust worden wel verkocht, signaleert Swart. 'Maar een camping op een locatie die er niet voor geschikt is, is nauwelijks verkoopbaar.'

Dat de lastiger verkoop het einde inluidt van het kleinschalig kamperen weerspreekt de VeKaBo-voorzitter Kok. 'In een half jaar tijd kwamen er ook acht boerencampings bij van jonge ondernemers die toekomst zien in een kleinschalige camping.'

Wel geeft ze aan dat het standaardkamperen een krimpende markt is. 'Ouders leren hun kinderen niet meer kamperen. Kinderen die dat niet geleerd hebben, gaan later zelf ook niet kamperen, blijkt uit onderzoek. Hier ligt een schone taak voor opa en oma.'

Luxe kampeervormen

Swart ziet een verschuiving naar luxere kampeervormen als chalets en hooiberghutten. 'Mensen zijn veel gehaaster, alles moet klaar staan. Dat boerencampings stoppen was te verwachten. De markt doet zijn werk, dat is gezond. Er is meer perspectief voor bed- en breakfast en glampings.'

Stichting Vrije Recreatie (SVR) merkt dat campings langer te koop staan, enkele meer dan drie jaar. Toch worden er nog wel campings overgenomen, stelt een woordvoerder. 'Dat verschilt per gebied.'