Ontslagregels blijven overeind

Jan van LiereWerkgeversorganisaties, waaronder LTO Nederland, maken zich zorgen over de nieuwe regels voor de zogenoemde transitievergoeding. Die zijn een gevolg van de Wet werk en zekerheid die 1 januari van kracht werd.
Voor werknemers met tijdelijke arbeidscontracten telt het arbeidsverleden uit de voorgaande jaren mee bij het bepalen van die vergoeding. Voorwaarde is alleen dat er niet meer dan zes maanden zat tussen de opeenvolgende arbeidsovereenkomsten.
Een werknemer die in de afgelopen periode ten minste twee jaar aan tijdelijke arbeidscontracten had, heeft voortaan bij ontslag recht op een ontslagvergoeding, de transitievergoeding. LTO Nederland stelt vast dat dat voor werkgevers in de agrarische sector, met relatief veel tijdelijk werk, tot onverwacht hoge ontslagkosten zal leiden.
De werkgevers willen daarom af van de terugwerkende kracht in de Wet werk en zekerheid. Ze trokken daarover in Den Haag aan de bel. CDA-Tweede Kamerlid Agnes Mulder legde de zorgen voor aan Asscher.
Uit zijn reactie, die de minister deze week naar de Tweede Kamer stuurde, blijkt dat hij de wet niet wil aanpassen. Hij wijst erop dat de nieuwe regeling onder meer is bedoeld om grote verschillen tussen vaste en flexibele werknemers te verkleinen. Dat wordt met de transitievergoeding in de praktijk gerealiseerd.
Volgens Asscher zullen werkgevers ook bij het ontslag van een vaste werknemer soms duurder uit zijn. Bovendien is er een overgangsregeling voor kleine werkgevers die financieel in de knel zitten. ‘Ik zie dan ook geen aanleiding om de regeling te wijzigen’, laat hij weten.

Cafetariaregeling verlengd

Goed nieuws voor werkgevers met tijdelijke arbeid is dat de zogenoemde cafetariaregeling met twee jaar wordt verlengd. Leden van LTO-organisaties kunnen er in elk geval tot eind 2016 gebruik van blijven maken.
De cafetariaregeling maakt het fiscaal gunstig vergoeden mogelijk van meerkosten die buitenlandse werknemers maken als ze hier tijdelijk komen werken. Reiskosten, huisvestingskosten en extra kosten voor levensonderhoud kunnen op een fiscaal gunstige manier worden verrekend met overuren.
Werkgevers hoeven zo minder sociale premies en belastingen te betalen over de gemaakte overuren. De buitenlandse werknemer betaalt minder werknemerslasten en inkomstenbelasting over de overuren. Voorbeeldberekeningen tonen aan dat het voordeel kan oplopen tot 10 procent van de totale loonkosten.
LTO Nederland heeft over verlenging van de cafetariaregeling afspraken gemaakt met de Belastingdienst en het ministerie van Financiën. Ze gelden voor ondernemers die eind 2014 waren aangesloten bij LTO Noord, ZLTO, LLTB, NFO, KAVB, LTO Glaskracht Nederland of bij de aan LTO gelieerde vaktechnische organisaties.
Niet-leden moeten de fiscale behandeling van meerkosten zelf regelen met de Belastingdienst.
Een brochure over de regeling is te downloaden via de Werkgeverslijn land- en tuinbouw (www.werkgeverslijn.nl).