Telers samen in rozenpromotie

René BouwmeesterRosebrandt is een samenwerkingsverband van Nederlandse rozentelers en veredelaars. De organisatie is opgericht door een groep telers. Zij konden enkele jaren geleden niet langer werkeloos toezien dat Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse rozen terrein wonnen ten koste van het Nederlandse product.
Met hulp van veiling FloraHolland richtten zij anderhalf jaar geleden een vereniging op om de Nederlandse roos onder de aandacht te brengen. Deze organisatie kreeg de naam Rosebrandt, een verwijzing naar de schilder Rembrandt van Rijn. Uit de aangesloten telers werd een bestuur gevormd, aangevuld met communicatiespecialist en marktcoördinator Matthijs Beelen.
Het lidmaatschap van de vereniging staat open voor alle Nederlandse rozentelers. De kosten zijn 500 euro per hectare per jaar. De totale oppervlakte van de aangesloten telers bedraagt 340 hectare, ongeveer 55 tot 60 procent van het totale Nederlandse rozenareaal.
Telers moeten aan twee voorwaarden voldoen om te kunnen aansluiten. Zo worden deelnemers geacht een MPS-registratie te hebben en elke veertien dagen een ‘vaasleventest’ te laten uitvoeren. Bij deze test stuurt de teler een bos bloemen naar de keuringsinstantie. Daar wordt een bloementransport nagebootst. Vervolgens wordt de rozen op de vaas gezet en gekeken hoe lang deze bos toonbaar is.
Rosebrandt richt zich met haar promotie-activiteiten op bloemisten in Nederland, Duitsland, België, Frankrijk, Groot-Brittannië, Scandinavië en Zwitserland. ‘De bloemist zien we als belangrijkste afnemer’, zegt Beelen. ‘De groothandel is meer een partner in de keten waarmee we de bloemisten willen bereiken.’
De organisatie richt zich niet op de consument. Campagnes gericht op deze doelgroep zijn te duur voor Rosebrandt. ‘In Nederland kun je nog wel iets doen met een advertentie in de Libelle, maar als je heel Europa wilt bereiken, ben je honderdduizenden euro’s kwijt.’

Ambassadeur

Beelen wil de Nederlandse roos niet onder de aandacht brengen door concurrentie uit het buitenland zwart te maken. ‘Ik laat de bloemisten liever onze roos ervaren’, zegt hij. ‘We proberen uit te leggen waarom de Nederlandse roos vaak duurder is. We wijzen op onze milieuvriendelijke en geïntegreerde teelt en op de kwaliteit en versheid van de roos. We hopen dat bloemisten ambassadeur worden van onze producten zodat zij het verhaal van onze rozen kunnen overbrengen.’
De telers van Rosebrandt werpen twee wapens in de strijd om de gunst van de bloemist. Zo grijpen ze elke gelegenheid aan om een ‘probeerbosje’ te overhandigen. ‘Zo kunnen we bloemisten laten zien dat Nederlandse rozen niet alleen rood en wit zijn, maar in allerlei kleuren leverbaar zijn’, zegt Beelen. Op het probeerbosje zit een label met het Rosebrandtlogo, de naam van de roos en de teler en een verwijzing naar de website.
Daarnaast delen ze een folder uit waarin bijna honderd cultivars staan die de aangesloten leden kunnen leveren. Ook hier staan alle contactgegevens op vermeld.
In de toekomst komt er wellicht een derde wapen bij, zegt Beelen. ‘We willen toe naar een vaaslevengarantie van zeven dagen. Dat zal over een aantal jaren heel normaal zijn in de sector. We willen daarmee aangeven dat we achter onze rozen staan.’

Resultaat

In hoeverre de activiteiten van Rosebrandt leiden tot meer omzet bij de teler, valt moeilijk te meten. Beelen heeft wel een aantal aanknopingspunten waaruit hij concludeert dat de strategie zijn vruchten begint af te werpen.
De naamsbekendheid van het merk is redelijk goed. Uit onderzoek van Productschap Tuinbouw bleek dat binnen een jaar 75 procent van de Nederlandse bloemisten bekend was met Rosebrandt. Van de buitenlandse bloemisten was 26 tot 44 procent bekend met de naam.