Deal GLB zo goed als rond

De Europese landbouwministers en de Europese Commissie hebben het GLB-akkoord bijna rond. Nu moet hun voorstel worden besproken met het Europees Parlement. Dat gebeurt vanaf vandaag.

Boeren moeten in het GLB vergroenen. De eisen zijn echter minder streng geworden dan de Europese Commissie eerder had voorgesteld.

Gewasdiversificatie

Boeren die tussen de 10 en 30 hectare bouwland hebben, moeten minimaal twee gewassen telen. Boven de 30 hectare is dat minimaal drie gewassen. Melkveehouders met 75 procent grasland en minder dan 30 hectare bouwland zijn uitgesloten voor gewasdiversificatie.

Voorwaarde is wel dat de 25 procent overgebleven bouwland niet groter mag zijn dan 30 hectare. Is dat wel het geval, dan moet op het bouwland ook gewasdiversificatie worden toegepast. Winter- en zomergewassen tellen als twee gewassen.

Permanent grasland

Boeren hoeven niet meer op individueel niveau minimaal 95 procent van hun permanent grasland te behouden. Permanent grasland mag nu op nationaal niveau worden gemonitord. Permanent grasland krijgt referentiejaar 2012.

Ecologische aandachtsgebieden wordt 5 procent in plaats van 7 procent. Wel komt er nog een rapport van de Europese Commissie. Als blijkt dat meer aandachtsgebieden nodig zijn, wordt het percentage verhoogd tot 7 procent.

Ecologische aandachtsgebieden

Onder de ecologische aandachtsgebieden vallen heggen, bomen, bufferstroken langs het land. Maar ook stikstofbindende gewassen als erwten en bonen. Landschapselementen die aangrenzen aan de subsidiabele gronden liggen, tellen ook mee voor het percentage. Sloten vallen onder de landschapselementen zoals het er nu naar uitziet.

De ecologische aandachtsgebieden gelden alleen voor bouwland.

De mogelijkheid voor alternatieve vergroeningsmaatregelen, zoals duurzaamheidscertificaten blijft bestaan.

Maximaal verval

In de periode 2014-2020 kan een verval van maximaal 30 procent in inkomenstoeslag worden toegestaan door een lidstaat. Dit kan de inkomensdaling voor boeren met hoge inkomenstoeslagen beperken. Lidstaten mogen dit zelf bepalen.

LTO Nederland zegt tevreden te zijn met de geboden flexibiliteit. 'Daarmee kunnen klappen in de aardappelzetmeelsector, kalverhouderij en intensieve melkveehouderij opgevangen worden,' zegt LTO-voorzitter Albert Jan Maat. 'Het gaat nu om de invulling ervan in Nederland. Daar gaan we de komende maanden nog hard aan werken.'

Jonge boeren

De steun voor jonge boeren, onder de 35 jaar, wordt verplicht voor elke Europese lidstaat. De jonge boeren krijgen een extra betaling per hectare van 25 procent op de gemiddelde toeslag. Daarnaast hebben de lidstaten de mogelijkheid geld voor plattelandsontwikkeling te besteden aan regelingen voor jonge boeren.

Hete hangijzers

Er zijn nog enkele onderwerpen waar nog over wordt gesproken. Dat is onder meer of het suikerquotum zal eindigen in 2017 of 2018.

Ook de hoogte van de boete bij het niet nakomen van de vergroeningseisen is een punt van discussie. De hoogte van deze boete is belangrijk voor de kracht van de koppeling tussen de basis- en de vergroeningspremie. Als de boete laag zou zijn, kunnen boeren ervoor kiezen om de boete voor lief te nemen en het restant van de basispremie innen. Het lijkt uit te komen op 25 procent van de vergroeningspremie als boete bovenop het verlies van de vergroeningspremie zelf.

Afroming

Lidstaten krijgen de mogelijkheid om af de inkomenstoeslagen voor boeren af te romen. Dat kan tot maximaal 15 procent. Dat geld kan worden gebruikt voor plattelandsontwikkeling. Het kan zijn dat het Europees Parlement eist dat de lidstaten het afgeroomde bedrag co-financieren.