Stikstof stabiliseert en fosfaat daalt

In de toekomst neemt de druk verder toe door sterkere aanscherping van de gebruiksnormen. Daardoor moet meer mest buiten de Nederlandse landbouw worden afgezet.

Het aanbod van mest nam na 2006 verder toe, onder meer door de hogere mineralenproductie. Het aanbod stijgt sinds 2009 ook vanwege de strengere gebruiksnormen. Dat betekent dat meer mest buiten de Nederlandse landbouw moet worden afgezet.

Meer dieren en excretie

Ook de totale stikstof- en fosfaatproductie werd groter, geven Alterra, LEI, RIVM en Deltares aan. Van 2006 tot en met 2010 met respectievelijk 15,1 kiloton en 6,6 kiloton per jaar. Deze stijging wordt veroorzaakt door zowel een groei van het aantal dieren als een toename in excretie per dier.

Uit het onderzoek blijkt dat veel mogelijkheden voor vermindering van excretie per dier, zoals fosfaatarm voer, nog niet worden benut.

Bodemoverschotten

De bodemoverschotten voor stikstof en fosfaat daalden vanaf begin jaren 90 door minder bemesting. Maar ook door een efficiënter mineralengebruik als gevolg van mestwetgeving, hogere kunstmestprijzen, innovaties en een veranderende concurrentiepositie.

De sterkste daling van de bodemoverschotten vond plaats van 1995 tot 2001, daarna was er voor stikstof meer stabilisatie.

Mestwetgeving

Het fosfaatbodemoverschot daalde na 2005 sterk, omdat kunstmestfosfaat vanaf toen meetelde voor de mestwetgeving. Het stikstofbodemoverschot voor melkvee steeg na 2005 op veen en klei en daalde op zand. Het fosfaatbodemoverschot daalde overal.

Voor akkerbouw daalde het stikstofbodemoverschot na 2005 vrijwel overal, maar het steeg op het centraal klei. Het fosfaatbodemoverschot daalde overal.