'Nu benutten we de kracht van de plek waar we onze zuivelboerderij runnen'

Zestien melkveehouders van Gebiedscoöperatie Zuidelijke IJsselvallei verkleinen hun veestapel. De agrariërs doen gezamenlijk mee met de extensiveringsregeling van de overheid. Jan Willem Breukink uit het Gelderse Cortenoever is een van hen. In plaats van 180 heeft hij nu 120 koeien.

%27Nu+benutten+we+de+kracht+van+de+plek+waar+we+onze+zuivelboerderij+runnen%27
© Robin Britstra

Acht van de zestien ondernemers van Gebiedscoöperatie Zuidelijke IJsselvallei gaan terug naar een stikstofuitstoot van 150 kilo per hectare. De andere helft gaat terug naar 100 kilo stikstof per hectare. In dit laatste scenario kan ongeveer een koe per hectare worden gehouden.

Dat is ook het geval bij Jan Willem Breukink, eigenaar van zuivelboerderij De Brummenaer in Cortenoever. Hij ziet het zeker niet als krimp: 'Door de regeling kon ik deze stap nemen. Ik ben de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) dankbaar voor het bieden van perspectief aan boeren rondom Natura 2000-gebieden.'

De tijd die de regeneratieve gangbare boer nu heeft in de extensiveringsregeling gebruikt hij om de omschakeling te maken naar bio(dynamische) landbouw. De melk die hij aflevert aan Royal A-ware, gaat mee in de Beter voor-melkstroom. Dit is een melkstroom voor gangbare melkveehouders. En sinds 2020 gebruikt Breukink al geen kunstmest meer en wordt de grond alleen met dierlijke mest bemest.

Ik ben RVO dankbaar voor het bieden van perspectief aan boeren rondom Natura 2000-gebieden

Jan Willem Breukink, melkveehouder in Cortenoever (GD)

De Gelderse ondernemer is in 2017 binnen het gebied verhuisd en heeft toen een nieuwe stal gebouwd. Hier zit een dichte vloer in en de mest wordt gescheiden. De gescheiden dikke fractie wordt gebruikt in de diepstrooiselboxen en als ruige stalmest om in het najaar al het grasland te voorzien van 8 tot 10 ton ruige stalmest. De dunne fractie wordt ingezet als meststof op de grond.


De stal heeft een dichte vloer en de mest wordt gescheiden.
De stal heeft een dichte vloer en de mest wordt gescheiden. © Robin Britstra

Opvallend is dat in de dunne fractie 1,2 gram organisch gebonden stikstof zit per kilo product. Dit is veel hoger dan het landelijk gemiddelde van 0,3 gram per kilo in gescheiden dunne fractie. 'Het belangrijkste product van de koe is de mest. Door juist te voeren, krijg je goede mest. Dit brengen we op het land. Hier groeit dan gezonde voeding. Dit wordt vervolgens weer door onze lopende grasmaaiers omgezet in lekkere melk', licht Breukink toe.


Regeneratieve landbouw

De ondernemer past al jaren regeneratieve landbouw toe op zijn bedrijf. Volgens hem is dit slechts een kwestie van meegaan in wat de natuur biedt. Zo gebruikt de melkveehouder geen kunstmest en staat er geen monocultuur Engels raaigras op zijn percelen, maar heeft hij veel verschillende kruiden en klavers. Tijdens het maaien moet hij hier rekening mee houden. Breukink: 'Ik maai om de kruiden en klavers heen. Als ik die tegelijkertijd maai, ben ik ze daarna weer kwijt.'

De maaipercelen bestaan voor 5 tot 10 procent uit klavers en kruiden. 'Bij het maaien voor kuilvoer laat ik een deel graskruiden staan om zaad te vormen. Deze maai ik later. Vlak voor verhouting optreedt, ga ik er met een stalvoerwagen naartoe. Daarmee maai ik de planten af en draai ik het voor het voerhek. Doordat het dan via de koeien in de mest en vervolgens op het land komt, krijg ik langzaamaan een steeds diverser kruiden- en klaverrijk grasland', licht de ondernemer toe.


Dag en nacht weiden

De weidepercelen worden bemest door de koeien via weidegang. 'We weiden onze koeien dag en nacht. Ze komen dan alleen in de stal voor het melken. Vanaf de start van het weideseizoen tot en met juni/juli eten de koeien alleen gras en kruiden', zegt Breukink. Vanaf augustus is het verse gras niet meer in balans. Dan zit er te veel eiwit in en te weinig suiker. Vanaf dat moment voert de ondernemer energie bij in de stal, bijvoorbeeld door voederbieten en geplette granen.

Breukink teelt de voederbieten zelf. Het winterrantsoen bestaat voor een groot gedeelte uit kuilgras. 'Dit vullen we aan met 1 tot 1,5 kilo hooi per koe en voederbieten. We voeren geen mais meer', zegt de ondernemer.

De melkproductie zit nu op ongeveer 6.500 kilo per koe per jaar, met gehalten van 4,86 procent vet en 3,74 procent eiwit. 'We doen low input, quality output. Een goede verhouding tussen omega 3 en omega 6 in de melk is voor ons belangrijk. De productie is wel gedaald sinds ik op deze manier mijn bedrijf run, maar dit was een bewuste keuze. Ik heb er gezondere koeien en een betere bodem voor teruggekregen', merkt Breukink.


Breukink bemest zijn maaipercelen bovengronds.
Breukink bemest zijn maaipercelen bovengronds. © Robin Britstra

De melkveehouder mag de maaipercelen dit jaar voor het eerst bovengronds bemesten. 'Dit vind ik een van de mooiste dingen die mij is overkomen', glimlacht Breukink. Mestkwaliteit is een belangrijk speerpunt op het bedrijf. 'De dunne fractie zit een half jaar onder de stal. Door de Aeromixer rijpt de mest door.'

Het is volgens Breukink belangrijk dat de mest zich in een aerobe omgeving bevindt. 'Anders krijg je rottende mest, wat niet voedzaam is voor onze bodem. Met onze mest hebben we twee jaar geleden gewonnen met de Topmest-wedstrijd', zegt de ondernemer. 'En met dit systeem is er ook vrijwel geen ammoniakemissie.'


Hoorns

Onlangs is het fokkerijbeleid op de schop gegaan. Breukink kruist zijn Holsteins nu met MRIJ, Blaarkop, Fleckvieh, Jersey en Fries-Hollandse stieren. Hiermee wil hij goede ruwvoerverwerkers fokken. De hoorns mogen blijven zitten. 'Hier kunnen de dieren mineralen uit halen, wat vooral in de transitie van droogstaand naar melkgevend belangrijk is. Ook is dit beter voor de klauwgezondheid.'

De voerhekken zijn hierop aangepast. Bij de melkkoeien zit er alleen nog maar een buis voor de voergang en bij het jongvee en de droogstaande koeien staan Zweedse voerhekken. Dat er weer jongvee in de stal staat, is nieuw voor de melkveehouder. 'Doordat we zestig koeien minder zijn gaan melken, is er ruimte in de stal ontstaan om ons eigen jongvee op te fokken.'


Breukink kruist de Holsteins met MRIJ, Blaarkop, Fleckvieh, Jersey en Fries-Hollandse stieren.
Breukink kruist de Holsteins met MRIJ, Blaarkop, Fleckvieh, Jersey en Fries-Hollandse stieren. © Robin Britstra

Een andere stap die Breukink onlangs heeft genomen, is om van pachter naar partner van Staatsbosbeheer te gaan. 'We hebben elkaar gevonden in de gezamenlijke vraagstukken van dit gebied. Door deel te nemen aan de extensiveringsregeling neem ik afscheid van het systeem waar ik altijd in zat. Nu inspireren en versterken wij elkaar', zegt hij.

Dit jaar gaat de Gelderse melkveehouder stripgrazen toepassen met het jongvee in de uiterwaarden. Op deze manier hoopt hij efficiënter om te gaan met de beschikbare grond. 'Daarnaast kan de natuur zich beter doorontwikkelen wanneer het vee op bewust uitgekozen plekken gaat grazen en bemesten.'

Wanneer de bodem in balans is, zie je vogels als de wulp, veldleeuwerik of kievit op je grond. Deze vogels zijn volgens Breukink de top van de voedselpiramide. 'Als je deze vogels hebt, dan heb je de bodem in balans. Dat lukt je niet als je een monocultuur van Engels raaigras hebt staan. Want dan is er niets te halen voor weidevogels.'


Agroforestry

Naast een verbeterde biocultuur op de graslanden past de ondernemer agroforestry toe op het bedrijf. Zo heeft Breukink voederhagen aangeplant rondom de beweidingspercelen en heeft hij een kleine notenboomgaard op het erf. De koeien kunnen op deze manier bij de kruiden die zij nodig hebben, wat de gezondheid ten goede komt.

Agroforestry sluit goed aan bij de visie van Breukink. 'Agroforestry zorgt voor een gezonde bodem. We hebben jarenlang landschapselementen verwijderd ten dienste van efficiëntie. Door meer bomen en voederhagen aan te planten in combinatie met de kruiden en klavers die in mijn graslanden staan, is mijn grond beter bestand tegen weersextremen. Zowel voor extreme droogte als bij natte perioden', licht hij toe.

Dit ziet de ondernemer ook bij collega's die zijn aangesloten bij Gebiedscoöperatie Zuidelijke IJsselvallei. Deze coöperatie is in 2023 opgericht en bestaat nu uit veertig boeren die in de driehoek tussen de A1, A50 en Velperbroek en IJssel een agrarisch bedrijf runnen. Het doel is om samen te werken en te verbinden.


Kennisbijeenkomsten

De ondernemers organiseren kennisbijeenkomsten en pilots. Thema's die aan bod komen, zijn onder andere natuurinclusieve landbouw, bodembeheer en alternatieve eiwitrijke gewassen telen, dynamisch slootbeheer en de extensiveringsregeling.

Volgens Breukink is elk bedrijf anders. 'Dat maakt de samenwerking sterk en inspirerend. De route die ik ben ingeslagen, is niet voor elke boer een oplossing, maar biedt mij toekomstperspectief. Ik laat dan ook graag aan geïnteresseerden zien wat er mogelijk is.'

Een deel van de melk wordt door een erfkazer verwerkt tot rauwmelkse kaas. Naast de kaas is er een melktap in een schuurtje op het erf. De melkveehouderij is een multifunctioneel landbouwbedrijf geworden. Breukink: 'Ik weet niet waar mijn bedrijf over tien jaar staat. Dit is ook afhankelijk van wat mijn dochters in de toekomst willen. We gaan nog allerlei leuke dingen doen. The sky is the limit.'


Jan Willem Breukink, melkveehouder in Cortenoever
Jan Willem Breukink, melkveehouder in Cortenoever © Robin Britstra

Bedrijfsgegevens

Jan Willem Breukink (45) runt een melkveehouderij met 120 koeien en bijbehorend jongvee op 154 hectare in het Gelderse Cortenoever. De koeien worden dag en nacht geweid in de IJsselvallei en tweemaal daags gemolken in een 2 x 15 zij-aan-zijmelkstal van GEA. De 305 dagenproductie ligt op 6.500 kilo melk, met 4,86 procent vet en 3,74 procent eiwit. De melk gaat naar de Beter voor-melkstroom van Royal A-ware.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Weer

  • Zondag
    18° / 3°
    20 %
  • Maandag
    17° / 7°
    70 %
  • Dinsdag
    17° / 8°
    40 %
Meer weer