Utrechtse studenten in de weer met mest en houtsnippers

Een principe uit de jaren zestig staat in Utrecht volop in de belangstelling. Studenten van Universiteit Utrecht proberen de biomeiler te verbeteren. De installatie op basis van mest en groenafval kan een goede alternatieve bron voor verwarming zijn. 'Het blijft een biologisch proces.'

Utrechtse+studenten+in+de+weer+met+mest+en+houtsnippers
© Herbert Wiggerman

Dat De Tolakker aan de rand van de stad Utrecht geen gewone boerderij is, is wel te zien. Het is er net iets te opgeruimd. De gebouwen staan te mooi op een rijtje. Het is dan ook de proefboerderij van de veeartsenopleiding in Utrecht. Naast een van de stallen staat een ronde constructie van hekwerk dat lijkt op een netwerk van grijze buizen uit de plaatselijke bouwmarkt.

Wat er hier op het eerste gezicht uitziet als een fraai staaltje knutselwerk, is in feite een uniek, mede door de Europese Unie, gefinancierd onderzoek. Lasse Lamet, student Global Sustainability Science aan Universiteit Utrecht, en vijf medeonderzoekers proberen met hun start-up een biomeiler zo te verbeteren dat zij er een bedrijfje mee kunnen beginnen.


Composteerinstallatie

Hoewel een biomeiler eruitziet als een kleine biovergister, is het een composteerinstallatie. 'Het systeem is echt anders', zegt Lamet. 'Een biomeiler produceert compost van mest en organisch afval en genereert warmte als bijproduct.'

Het was nog best een zoektocht om een goede plek te vinden

Lasse Lamet, student Global Sustainability Science aan Universiteit Utrecht

Om die warmte is het de studenten te doen. Vanuit de Utrechtse constructie lopen buizen de nabijgelegen kantoorruimten in. Een dezer dagen gaat daar de eerste biowarmte naartoe. De vraag waar de groep onder andere mee zit is: hoe krijgen we zoveel mogelijk bruikbare warmte?

'Wij denken dat we voor de boer een interessant systeem kunnen ontwikkelen met meerdere waardestromen. Ten eerste compost van buitengewoon goede kwaliteit. Daarnaast warmte die via een warmtewisselaar kan worden gebruikt. Ten slotte een beter gebruik van reststromen, zoals mest en afval van gewassen', licht Lamet toe.

'Het was nog best een zoektocht om een goede plek te vinden voor onze installatie', zegt de student. 'We hadden regelmatig een mooie plek op het oog, maar dan bleek dat er andere plannen waren of dat mensen niet zo voor het idee waren om een composteerinstallatie in de buurt te krijgen. Uiteindelijk is De Tolakker een mooie plek.'


Duitsland

Het concept achter de biomeiler bestaat zestig jaar. Lamet: 'Ik zag een paar jaar geleden een biomeiler in Duitsland. Bij een boer stond een simpele versie. Ik was verbaasd. Waarom had ik daar nog nooit van gehoord? Die installatie leverde goede kwaliteit compost en de boer verwarmde zijn kas ermee. Ik vroeg mij af of van dit concept een businesscase te maken valt.'

De student trok een logische conclusie: om antwoord te krijgen op zijn vraag, moest hij er een bouwen. 'Tijdens het vooronderzoek bleek dat het concept kan worden verbeterd. Pas de laatste tien jaar is er weer onderzoek naar gedaan. Ik denk dat dat komt omdat brandstof tegenwoordig duur is en er sinds kort meer aandacht is voor duurzame energieopwekking.'


Stichting Biomeiler

Ruim een jaar geleden ging Lamet serieus van start. Hij zocht contact met stichting Biomeiler, een kennisbank, ketenregisseur en productontwikkelaar. 'Belangrijk is dat al onze kennis en ervaring volgens de open source-principes worden verzameld', zegt coördinator Dries Verberckmoes bij stichting Biomeiler.

Die stichting zorgde onder andere voor de subsidie, het ontwerp, de materialen en de begeleiding. Het project maakt deel uit van het grote Europese programma 'Horizon'. Verberckmoes: 'Wij hebben geen winstoogmerk en al onze informatie is vrij te gebruiken zolang die niet commercieel wordt gebruikt. Die open source-manier van werken maakt het mogelijk om het gebruik van de biomeiler in een stroomversnelling te brengen.'


Seizoensafhankelijke energievraag

Het project van Lamet en stichting Biomeiler valt onder het Europese programma 'Teapots'. Dat zoekt naar oplossingen voor lokale en seizoensafhankelijke energievraag in de agrifoodsector.

In mei 2024 begonnen de studenten met bouwen aan de biomeiler. 'Die koopt je niet even op internet', legt Lamet uit. 'Je moet alle onderdelen los kopen bij verschillende leveranciers. Er bestaat geen kant-en-klaarpakket. Dat willen wij met onze start-up gaan aanbieden.'


Er is geen kant-en-klaarpakket voor een biomeiler. Het lijkt soms op het betere knutselwerk.
Er is geen kant-en-klaarpakket voor een biomeiler. Het lijkt soms op het betere knutselwerk. © Herbert Wiggerman

De biomeiler leverde onlangs de eerste warmte aan De Tolakker. 'In een paar dagen was het mengsel van mest en groenafval opgewarmd naar 60 graden Celsius', licht de student toe.


Sensoren

Het project loopt in eerste instantie tot en met 2026. In die tijd willen stichting Biomeiler en de studenten niet alleen veel data halen uit de installatie, maar ook van de doelgroep. De biomeiler hang vol sensoren. 'We willen de ontwikkeling echt doen met zoveel mogelijk boeren en tuinders', geeft Lamet aan. 'Hoe moeten we de installatie tweaken? Wat vinden agrariërs het belangrijkst? Is dat warmteopwekking, compost of mestverwerking?'

Voor het mestoverschot is een biomeiler geen ultieme oplossing, erkent de student. Daarvoor is de installatie te klein. Al moet je dat ook niet onderschatten. 'Onze biomeiler heeft een diameter van 6 meter en een hoogte van 3 meter. Daarmee moet voldoende warmte vrijkomen voor drie woningen.'


Biologisch proces

Een ander kenmerk is dat de productie van warmte het hele jaar door gaat, of er vraag naar is of niet. 'Het is een biologisch proces. Dat betekent dat de opbrengst wat kan fluctueren', verklaart Lamet.

'Een biomeiler is een 'één keer per jaar-proces', zegt de student. 'Je vult de installatie één keer een daarna kijk je er twee winters niet naar om. In de tussentijd geeft hij warmte. Als na ongeveer achttien maanden alles is gecomposteerd, haal je de biomeiler leeg en vul je hem opnieuw.' Wie constant een stroom mest of afval kwijt moet, heeft dus andere manieren nodig naast de biomeiler.

Het lijkt er ook op alsof een biomeiler een optimaal formaat heeft. Lamet: 'Er zijn exemplaren bekend met een doorsnede van 12 meter, maar de optimale werking lijkt te liggen bij installaties van 6 tot 8 meter doorsnee. Ik vind het een interessante vraag wat beter werkt: een grote van 12 meter doorsnee of twee van 6 meter.' Ook daarin verschilt het dus van een vergister, die vele malen groter kan zijn.


Gemeenten

Hoewel er voor 30 procent mest in de biomeiler gaat, zijn veehouders niet de hoofddoelgroep. 'Ik denk ook aan tuinders of boomkwekerijen. Misschien gemeenten die zitten met snoeiafval. Juist bedrijven die veel moeilijk composteerbaar organisch afval hebben en behoefte aan voedingsstoffen voor teelt. De compost die de biomeiler maakt, heeft een hoog organischestofgehalte en is rijk aan micro-organismen en schimmels', stelt de student.

Daarmee is die ook beter dan commerciële composteerders die gft uit kliko's verwerken. 'Een grootschalige composteerder maakt compost in zes weken. Een biomeiler doet er anderhalf jaar over. Doordat er niet wordt gekeerd, krijgen gezonde schimmels de habitat om zich te ontwikkelen. Dat kan niet in zes weken. Die extra tijd zorgt ervoor dat de micro-organismen en schimmels zich optimaal kunnen ontwikkelen', licht Lamet toe.


Studenten inspecteren de installatie. Bovenop staat Lasse Lamet.
Studenten inspecteren de installatie. Bovenop staat Lasse Lamet. © Herbert Wiggerman

Ondertussen kwijt de biomeiler zich van zijn taak naast de stallen van de veeartsenopleiding. Die vindt het wel een leuke aanwinst op De Tolakker. 'Wij vinden het als faculteit Diergeneeskunde belangrijk om samen te werken met andere faculteiten', zegt IJmert de Vries, interim hoofd van de Kliniek Landbouwhuisdieren en proefboerderij De Tolakker. Daarnaast geeft hij les en is hij 'manusje-van-alles'.

'Wij leveren kalvermest zonder antibiotica en de studenten doen de rest', geeft De Vries aan. 'Bovendien sluit dit project heel mooi aan op onze doelen rondom duurzaamheid en biodiversiteit. Zeker wanneer ze hiermee onze gebouwen kunnen verwarmen.'


Ruim twintig biomeilerinstallaties staan in Nederland

Een biomeiler is een innovatief composteersysteem dat nog volop in ontwikkeling is. Kennisuitwisseling en monitoring zijn nog steeds belangrijk. Het principe achter het concept werd bedacht door de Zwitser Jean Pain (1930-1981). Hij ontwikkelde in de jaren zestig als boswachter in Frankrijk een methode om houtsnippers te composteren. Daarom wordt ook gesproken over de methode Jean Pain. Het woord 'biomeiler' komt uit het Duits en stamt af van 'Kohlenmeiler' en 'Atommeiler'. De Kohlenmeiler is een speciale constructie om houtskool te maken, een Atommeiler is een kerncentrale. Ook in het Nederlands kennen we het woord meiler. In Nederland staan ruim twintig biomeilerinstallaties. De Nederlandse stichting Biomeiler propageert de ontwikkeling van biomeilers en levert cruciale onderdelenpakketten. Het systeem van slangen en warmtewisselaars in de biomeiler lijkt veel op een regulier centraleverwarmingssysteem. In Duitsland en Italië wordt geëxperimenteerd met biogasinstallaties die worden verwarmd door ze in of bij een biomeiler te bouwen.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Donderdag
    7° / 0°
    5 %
  • Vrijdag
    4° / 1°
    40 %
  • Zaterdag
    6° / 1°
    45 %
Meer weer