Boeren tellen minder nachtvlinders, waarschijnlijk door natte en koude zomer

Al vijf jaar monitoren 150 boeren in Nederland via het programma 'Boeren Insecten Monitoring Agrarisch Gebieden' (Bimag). Tellingen binnen Bimag geven inzicht in de biodiversiteit op het platteland.

In 2024 werden bijna 24.000 nachtvlinders gevonden door boeren en tuinders, waarvan 408 verschillende soorten. Hiervoor hebben de deelnemers in totaal 3.806 nachten drie speciale vangemmers geplaatst op hun bedrijf. Deze aantallen zijn hiermee lager dan gebruikelijk. Zo werden in 2023 27.600 vlinders gevonden.

'Een jaar minder vlinders vinden is jammer, maar dat komt wel vaker voor', zegt nachtvlinderkenner Rik Wever van De Vlinderstichting. 'Er zijn veel omstandigheden die de vlinderomvang beïnvloeden.' Vooral in juni en augustus zijn er veel minder vlinders gezien ten opzichte van voorgaande jaren. 'Dat is niet iets wat we alleen zien op het boerenland, maar ook in de rest van Nederland. Een duidelijke oorzaak is lastig aan te wijzen, maar deze natte en koude zomer is zeker een belangrijke verklaring.'

Biodiversiteit

'Biodiversiteit is goed voor zowel de agrarische sector als de natuur', vindt LTO Noord-bestuurder Jeroen van Wijk, die zelf ook Bimag-deelnemer is. 'Het zorgt voor vruchtbare bodems, weerbare gewassen en gezonde dieren. Veel boeren nemen daarom maatregelen om de biodiversiteit te bevorderen.' Uit de onderzoeksresultaten van Bimag blijkt dat er in bloemrijke akkerranden, in weilanden met veel kruiden of langs houtwallen meer nachtvlinders worden geteld dan op normaal beheerde percelen.

Om de (nacht)vlinderstand goed te kunnen volgen, is langjarig onderzoek nodig. Sinds 2019 hebben De Vlinderstichting, BoerenNatuur en LTO Noord daarom de handen ineengeslagen om tot 2027 samen met 150 boeren de vlinderstand te monitoren. Dagelijks delen ze hun ervaringen en mooiste vondsten, zoals de zeldzame moerasplantenboorder die door een van de deelnemers werd gevonden.