'Efficiëntie en innovatie: het mag weer'

Bij de koers voor de landbouw staan voedselzekerheid en innovatie centraal. De sector krijgt ruimte om te ondernemen en tegelijkertijd bij te dragen aan het halen van maatschappelijke doelen. Dat is een andere benadering dan die van het vorige kabinet waar vooral vergoedingen en niet-vrijblijvende bijdragen van banken, toeleveranciers, industrie en retail het perspectief voor de landbouw moesten ondersteunen.

Natuurlijk zijn we nog steeds gebonden aan veel kaders, zoals plafonds voor stikstof en fosfaat, voor waterkwaliteit, voor strengere eisen voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en noem maar op. Het is niet ineens vrijheid, blijheid, maar er lijkt meer balans te zijn in het verhaal. Al denken veel partijen daar anders over, besef ik.

Voor mij als gangbare akkerbouwer is dit een toon waar ik verder mee kan. Steeds vaker had ik het idee dat efficiëntie en innovatie vieze woorden waren. Dat ik me bijna moest verantwoorden als gangbaar bedrijf dat spuit en kunstmest strooit.

Extensiveren, groen en lokale afzet waren de gewenste trends. Voor een deel van ons bedrijf zie ik daarvoor wel ruimte. De positieve effecten van bloeiende akkerranden zijn goed zichtbaar en we zien hoeveel bijen en vlinders er vliegen op de braakpercelen. Daar willen we ook mee doorgaan. We willen actief werken aan een afnemende afhankelijkheid van chemische gewasbeschermingsmiddelen.

Tegelijkertijd moet je ook denken aan een positief saldo aan het einde van het jaar. Want de kosten zijn de laatste jaren sterk gestegen. Denk aan onder meer de rente, landbouwmachines en gewasbeschermingsmiddelen. Het telt hard op. Wil je daarbij gaan extensiveren of ga je naar een systeem met lagere opbrengsten, dan heb je een flinke kluif.

Ik hoop dat de beloofde ruimte tot ondernemen er ook daadwerkelijk komt. Waarbij je zelf keuzes kunt maken hoe je je bedrijf naar de toekomst loodst. Dat hoeft niet alleen maar efficiënt en innovatief, maar ook niet alleen maar groen en extensief.