FAO rekent op iets meer mais en tarwe

Ondanks de betere vooruitzichten in bepaalde regio's gaat de wereldvoedselorganisatie er voorlopig nog van uit dat de graanproductie een fractie kleiner blijft dan de consumptie. Afgelopen jaar was het graanverbruik volgens de FAO-schatting kleiner dan de oogst. Vooral in het Zwarte Zeegebied werd meer graan van het land gehaald. Dat resulteerde in dalende prijzen.

In mei en begin juni werden de tarweprijzen van de nieuwe oogst opgestuwd vanwege een verwachte krappere graanbalans. Op de termijnmarkt in Parijs steeg het septembercontract tot boven de 260 euro per ton. In de loop van juni zakte dit sentiment weg en daalde de prijs met 40 euro tot rond de 220 euro per ton. Daarmee is het effect van de krappere balans vrijwel verdwenen.

In vergelijking met begin vorige maand heeft de FAO de wereldwijde oogstraming van tarwe met 2,4 miljoen ton verhoogd. Daarmee komt de oogstverwachting net boven de productie in het afgelopen seizoen. Vooral een kleinere oogst als gevolg van droogte en vorstschade in Rusland voorkomt dat het verschil veel groter uitvalt. Aan de andere kant verwacht Pakistan een recordproductie aan tarwe.

Gunstig weer voor mais

Wat korrelmais betreft verwacht FAO vooral hogere opbrengsten in Argentinië en Brazilië. Het weer was in juni gunstiger voor dit gewas dan in de maanden er voor. Desondanks zal de maisoogst in Brazilië nog ver onder het recordniveau in 2023 blijven.

In Turkije en Oekraïne zijn de oogstvooruitzichten aanzienlijk verbeterd. Dat laatste is van groot belang voor de veevoersector in de Europese Unie omdat de voerproductie voor een groot deel afhankelijk is van import uit dat land.

In tegenstelling tot tarwe verwacht Pakistan minder mais te oogsten. Lagere prijzen en minder vraag naar veevoer hebben daar het areaal doen krimpen. Bovendien remt droogte de maisproductie in diverse Afrikaanse landen en Indonesië.